Nuchterheid op de werkvloer is vanzelfsprekend geworden

Beleid op het gebied van alcohol, drugs en medicijnen (ADM) komt niet uit de lucht vallen. Ook het internet biedt geen kant en klare modelplannen. Bij bedrijven die risicovol werk doen of hun werk uitvoeren in risicovolle omgevingen is het besef volop aanwezig dat alcohol, drugs en medicijnen desastreus kunnen zijn voor de veiligheid op de werkvloer. Die bedrijven blijken baat te hebben – of te hebben gehad – bij externe ondersteuning. Doorgaans geldt: hoe groter het bedrijf, hoe beter het ADM-beleid. Harry Rienmeijer, directeur van Trafieq en hoofddocent van de cursus ADM beleid, meent te weten hoe dat komt en benadrukt het belang van een solide beleid op elke werkvloer.

Wat zijn de cijfers omtrent alcohol en drugsgebruik op de werkvloer?

“Graag zou ik met harde cijfers komen, maar die zijn er nauwelijks,” zegt Harry Rienmeijer. “Wat we kunnen zeggen over het gebruik van drank en drugs op de werkvloer (of met invloed op het werk) is vooral afgeleid uit landelijke statistiek en uit eigen ervaring. Volgens het RIVM gebruikt 85 % van de bevolking wel eens alcohol en ongeveer 5 % van diezelfde groep ook drugs. Ervaring leert dat de afbraaktijd van alcohol en drugs veelal onbekend is en bovendien structureel wordt onderschat. Hierdoor lopen veel mensen, vaak onbewust, het risico onder invloed op het werk te verschijnen. Maar het is niet in het belang van bedrijven om cijfers naar buiten te brengen, mochten die al bekend worden vanuit testen na (bijna-)ongevallen of eventuele reguliere controles. Ook werknemers houden hun kennis liever voor zich. Ik meen me inmiddels een aardige indruk te kunnen vormen van de ernst van het probleem en zie dat aanpak loont. Om het in bedrijfskundige termen te zeggen: met een samenhangend ADM- en gezondheidsbeleid heb je binnen een half jaar al een return on investment.”

Op welke gebieden is een goed ADM-beleid lonend?

Harry Rienmeijer: “Als voorbeeld: een middelgrote transportondernemer heeft sinds de invoering van hun ADM-beleid een ziekteverzuim van slechts drie procent. Vergeleken met een gemiddelde in de branche van vijf à zes procent is dat erg laag. De directeur merkte vooral een enorme afname van het zogenaamde ‘grijze verzuim’, dat zijn de kortdurende ziekmeldingen met vage klachten, die traditioneel een piek vertonen direct na het weekeinde. Hij heeft berekend dat elke procent minder verzuim hem op jaarbasis een ton oplevert. Naast min- der ziekteverzuim kun je denken aan minder ongevallen en schades, wat tevens een hele hoop ellende en kosten scheelt. Ook eventuele certificerende instellingen en verzekeraars laten vroeg of laat van zich horen. Als er veel schades worden geclaimd vlak na het weekend dan zijn zij de eersten om daar werk van te maken. Het is dan aan werkgevers om daar verandering in aan te brengen om bijvoorbeeld premieverhogingen te voorkomen.”

Vindt u dat elk bedrijf een streng ADM-beleid in moet voeren?

Harry Rienmeijer: “Dat is erg kort door de bocht. Net als de gedachte dat je met het instellen van geregelde alcohol- en drugscontroles alléén de problemen uit de wereld zou helpen. Maar toch is er geen goede reden te bedenken om het niet te doen, als je maar niet over één nacht ijs gaat. Als wij bedrijven gaan ondersteunen dan is het eerste wat we doen een screening. We kijken daarbij naar de risico’s in dat specifieke bedrijf en overleggen over het doel, de insteek en de motivatie. We werken volgens een stappenplan. Een bedrijf dat 24-uursdiensten draait loopt bijvoorbeeld meer risico dan een negen-tot-vijfonderneming. Je kunt je ook voorstellen dat bij facilitaire bedrijven in de evenementensector de kans en de verleiding van ongewenst gebruik groter is, en dat in de petrochemische sector de gevolgen van een misser enorm kunnen zijn. Zowel een grotere kans als een groter gevolg rechtvaardigen een serieus beleid.”

Maakt Trafieq het beleid of doet het bedrijf dat?

Harry Rienmeijer: “Strikt genomen is het een plicht van de werkgever om risico’s voor eigen werknemers en derden te minimaliseren. Maar dat wil niet zeggen dat die werkgever zelf veiligheidsschoenen gaat kopen. Juist bij ADM-beleid heb je heel veel baat bij externe expertise. Het onderwerp ligt gevoelig, er zijn geen panklare oplossingen en de kans op uitglijders en zelfs mislukking ligt op de loer. Het weloverwogen invoeren van een gedegen beleid doe je niet in een paar weken. Voordat je als onderneming gaat overwegen te investeren in eigen testapparatuur ben je op z’n minst een jaar verder. En wij kunnen kleinere ondernemingen ook blijvend faciliteren, zo nodig ook met tests op afroep, waarbij we binnen het uur met een Dräger DrugCheck 3000 op de stoep staan, of zelfs met de ‘5000’. Maar sowieso gaat het voorlichten en het informeren van betrokkenen vooraf aan de invoering. De manier waarop je de handhaving implementeert komt daarna.”

Waardoor zou het ADM-beleid kunnen mislukken?

Harry Rienmeijer: “Vooral door onvoldoende draagvlak. De bedrijfsleiding moet er met de juiste motivatie instappen en zal het bedrijfsbreed moeten doen. Een restrictief ADM-beleid alleen voor de werkvloer en niet voor het management heeft weinig kans van slagen, dus ook de directeur zal uiteindelijk een keer moeten blazen bij de poort. Of zich een speekseltest moeten laten welgevallen bij een al dan niet aangekondigde controle. Het testen kan een behoorlijke sociale impact hebben en de relatie tussen de werkvloer en degene die de testen moet afnemen onder spanning zetten. De kans is zelfs groot dat je binnen je eigen bedrijf geen enkele functionaris bereid vindt om testen af te nemen. Uitbesteden voorkomt eventuele interne sociale spanning en houdt de zaken neutraal. Alleen heel grote bedrijven met een gezaghebbende bedrijfsbeveiliging zouden de praktische controles door eigen mensen kunnen laten uitvoeren. Bij kleinere ondernemingen kent iedereen elkaar en is het moeilijk om intern ‘zonder aanzien des persoons’ te handelen. In je voorlichting moet je ook goed duidelijk maken waarom je een ADM-beleid invoert. Je doet het niet alleen voor die ene overtreder, maar ook voor de tien collega’s die om hem heen staan. Pas als je beleid vorm heeft gekregen en uitgebreid is toegelicht dan kun je het testen gaan invoeren. Hoewel dronken of onder invloed van drugs werken reden voor ontslag is, is dat doorgaans niet het primaire streven van een werkgever. Ontslag betekent dat je een bres slaat in je personele bestand en dat er met de werknemer ook kennis de deur uit vliegt. Je kunt dus beter proberen het gedrag van die werknemer te veranderen. Leefstijl van werknemers is een onderwerp waar wij sterk op inzetten, maar er is één uitzondering en dat is de echte ‘medische’ verslavingsproblematiek: daarvoor bestaat specialistische professionele hulpverlening.”

Is er een vergunning nodig om binnen bedrijven te testen?

Harry Rienmeijer: “Daar hebben we zelfs met Justitie over overlegd, en het antwoord is nee. Een bedrijf bepaalt zijn eigen beleid, de interne regels en de manier van handhaven. Het weren van werknemers die onder invloed zijn is niet anders dan logisch en volgt al uit de arbowetgeving. Deskundigen bij Justitie komen wel met het uitdrukkelijk advies aan bedrijven om er een extern expert bij te betrekken. Mocht een zaak voor de (arbeids-)rechter komen dan kun je daarmee aantonen dat je het serieus aanpakt en dat je onafhankelijk testen af laat nemen.”

Waarom wordt er zo gehamerd op goede voorlichting voordat je gaat ‘ handhaven’?

Harry Rienmeijer: “Omdat er heel veel misverstanden bestaan omtrent de effecten van alcohol en drugs en de detectie. Dat je al tegen de lamp zou kunnen lopen als je veertien dagen eerder een joint hebt gerookt, of dat alcoholhoudend mondwater zorgt voor een positieve uitslag van een blaastest. Handhaving is bedoeld om mensen die het beleid met voeten treden eruit te vissen en om te laten zien dat het je ernst is. Je wilt een A&D-vrije werkvloer, en niet primair mensen de laan uitsturen. Incidenteel gebruik hoeft niet erg te zijn, maar als ze dat op zondagavond doen terwijl ze maandagochtend weer aan het werk moeten is het wel degelijk een risico. Dat moeten je werknemers ook beseffen.”

Waarom werken jullie met Dräger apparatuur?

Harry Rienmeijer: “We gebruiken de DrugTest 5000 voor grotere projecten en de DrugCheck 3000 voor sneller mobiel gebruik. Voor de alcoholcontroles hebben we de Alcotest 7510 van Dräger. We hebben de markt terdege onderzocht, maar vinden nergens de betrouwbaarheid die Dräger biedt. Bijkomend voordeel is dat de grote bedrijven in de hoogrisicosector Dräger al kennen van de gasmeters of de persoonlijke beschermingsmiddelen. Wat je moet voorkomen is dat de kwaliteit van de test ter discussie staat, want er kan voor de betrokkenen veel van afhangen. Vals positieve of vals negatieve testen zijn uit den boze. Je gaat tenslotte ook niet bergbeklimmen met bedenkelijke touwen.”

Welke ontwikkelingen zijn er gaande?

Harry Rienmeijer: “Ik zie vooral dat werkgevers het ADM-beleid steeds belangrijker gaan vinden. Dat ze bereid zijn het probleem te erkennen en ons daarin te betrekken. Het uitbesteden van het ADM beleid is niet langer vreemd, of een dure luxe die is voorbehouden aan de hoogrisicosector. Toen ik begon kreeg ik vaak de opmerking ‘bij ons is het geen probleem’, nu worden we gebeld of we workshops kunnen geven.”

Meer weten?

Op de cursus ADM beleid leert u hoe u productieverlies, onnodig ziekteverzuim en ongelukken veroorzaakt door middelengebruik op de werkvloer voorkomt.

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

🎧 Podcast: Van de straat naar online – #politie_frans op TikTok

Beluister de podcast met Frans Luijten, social media regisseur bij de politie. Hij deelt hierin zijn …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *