Ouderverstoting

Ouderverstoting is het gedrag dat een kind laat zien als het niet leert omgaan met beide ouders na een scheiding, waar het voorheen een goede, of minstens neutrale relatie mee had.

Sietske Dijkstra, eigenaar van Bureau Dijkstra, docent op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling en de cursus Omgang met complexe scheidingen, voormalig lector huiselijk geweld en hulpverlening in de keten aan het Expertisecentrum Veiligheid van de Avans Hogeschool, promoveerde aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar hoe slachtoffers betekenis geven aan geweld.

Blinde vlek

Verbroken contact tussen kinderen en één van hun ouders komt relatief vaak voor. Ook in onze eigen kringen, al lijken we daar relatief blind voor te zijn. Zo kennen wij een aantal collega’s, vrienden en kinderen die een van hun ouders of juist hun kinderen niet meer zien. Nu wij bekend zijn met het verschijnsel ouderverstoting, realiseren wij ons dat wij in het verleden ook te weinig doorvroegen op contactverlies binnen ons eigen netwerk. We stellen in onze samenleving dat je als ouder de deur altijd open moet houden en dat kinderen soms tijdelijk terug moeten kunnen vallen op een ouder, maar we gaan daarmee misschien voorbij aan het achterliggende probleem van het gedrag. We onderzoeken niet, we stellen geen verdiepende vragen aan kinderen en volwassenen in onze eigen omgeving en we weten niet goed hoe we naar dit splijtende en zeer gevoelige onderwerp moeten kijken. Het onderwerp staat onvoldoende op de maatschappelijke agenda. Wereldwijd is dit nog steeds een blinde vlek. De ouders en de kinderen die geen contact meer hebben, al dan niet na een scheiding. Het is belangrijk deze blinde vlek tot onderwerp te maken en nader te onderzoeken.

Buitengesloten

Wat bedoelen we als we het woord ouderverstoting gebruiken? Ouderverstoting is onderdeel van het beëindigen van de relatie tussen ouders. Van ouderverstoting is sprake als een kind een ouder, met wie het voorheen een goede relatie had, niet meer wil zien, zonder goede reden. Vaak moedigt een ouder de afwijzing van het kind aan door negatieve informatie over de ouder die buitengesloten wordt, met het kind te delen. Een ouder verstoort hierdoor, bewust of onbewust, de relatie van het kind met de buitengesloten ouder. Het kind komt hierdoor in een loyaliteitsconflict, immers elk kind wil van nature van beide ouders houden. Als het kind nu positief beloond wordt op het afwijzen van een ouder en negatief beloond wordt op de wens contact te onderhouden met beide ouders, dan kan ouderverstotingsgedrag ontstaan. De veroorzaker is de ouder die het meest invloed op het kind uitoefent. Deze ouder noemen we de “binnen-ouder”. Deze ouder houdt het kind weg bij de andere ouder en oefent (steeds meer) invloed uit op het kind. Vaak is er sprake van een symbiotische relatie tussen de binnen-ouder en het kind. De ouder bevindt zich als het ware in de binnenste kring rond het kind. De ouder die wordt buitengesloten noemen we de “buiten-ouder”. Deze ouder heeft steeds minder invloed op het kind en diens opvoeding. Deze ouder wordt steeds verder buiten spel gezet. De buiten-ouder kan dit proces zelf nauwelijks nog stoppen. Het netwerk en kennis van ouderverstoting van de betrokken professionals zijn hierbij onontbeerlijk.

Verstoting en gerechtvaardigde afwijzing

Bij ouderverstoting, alienation genoemd, zie je patronen van macht- en onmacht in de relatie tussen (ex-)partners, die doorsijpelen in hun ouderschap en de relaties met hun kinderen. Deze patronen van macht en invloed tussen partners en ex-partners, maar ook als ouders en opvoeders zijn vaak door de jaren heen opgebouwd. Er kan soms ook sprake zijn van psychisch of fysiek geweld dat voorafging aan de scheiding of dat juist in het scheidingsproces of daarna oplaait en het conflict aanwakkert. Als er door een ouder geweld is gebruikt, kan het juist ook begrijpelijk en gerechtvaardigd zijn dat kinderen dan één ouder niet willen zien. Dit heet estrangement in de onderzoeksliteratuur. Niet alle claims van ouderverstoting zijn dus gegrond. Soms wordt het argument van ouderverstoting gebruikt door mishandelende ex-mannen om daarmee hun ex-partner die met de kinderen vanwege mishandeling in de vrouwenopvang verblijft verder onder druk te zetten en omgang te eisen, zo bleek uit recent onderzoek van Canadese collega’s. Wij kennen ook allebei in Nederland voorbeelden van beschuldigingen van ouderverstoting door vaders en moeders met het doel van een ex-partner om koste wat het kost macht en invloed te krijgen op de relatie met de kinderen, ze soms uit te spelen en een wig te drijven tussen de relatie van de kinderen en de andere ouder. In de onderzoeksliteratuur noemen we dat type gedrag bedoeld om te ontregelen wel intieme terreur en dwingende controle. Het onderzoeken en beschrijven van signalen van kindermishandeling, partnergeweld, soms kind-oudermishandeling en ouderverstoting luistert in de praktijk nauw.

Gender en geweld

Ouderverstoting overkomt vaders en moeders. Elke relatie heeft eigen dynamieken en patronen. Soms werpt een ouder zich op als de verzorgende ouder bij uitstek, of controleert en domineert een partner het scheidingsproces. Dit ziet er weer anders uit als er sprake is geweest van partnergeweld door de man dat voortduurt na de scheiding. De controle op de ex-partner wordt dan vaak (ook) uitgeoefend via beïnvloeding van de kinderen, zo laten Engelse collega-onderzoekers zoals Riavi Thiara en Emma Katz zien. En kinderen hebben daar vaak geen antwoord op en doorzien het steekspel niet. Uit de praktijk bij VT, jeugdbescherming, politie, Raad en ZSM blijkt dat ex-partnergeweld regelmatig voorkomt en dat daarbij meestal kinderen in het spel zijn. Een op de drie huisverboden leidt een jaar na dato tot een scheiding. Het is dus aannemelijk dat geweld in de voorgeschiedenis en na de scheiding regelmatig een rol speelt bij complexe scheiding. Deze huiselijk geweldszaken worden onvoldoende uitgefilterd en uitgevraagd waardoor het geweld niet geanalyseerd noch begrensd wordt.

Drie niveaus van ouderverstoting

In de onderzoeksliteratuur worden drie niveaus van ouderverstoting onderkend: mild, matig sterk en ernstig waarbij de laatste vorm gelinkt wordt aan pathologie bij de verstotende ouder. De milde vorm van ouderverstoting is regelmatig te zien in de beginfase van de scheiding. Elke scheidingssituatie vraagt om aanpassingen van een gezin en iedereen die daarbij betrokken is. Vaak kinderen na een scheiding een ouder, of beide ouders minder vaak, in een min of meer veranderde situatie. Deze veranderingen brengen verlies en rouw met zich mee. In deze fase hebben ouders soms weinig tot geen ruimte voor de rouw van hun kinderen en die van zichzelf. Of zicht op hoe een kind ook een nieuwe weg zoekt tussen de omgang met beide ouders en de loyaliteiten waar het nu mee te maken krijgt. Kinderen geven dan tijdens en na een scheiding soms aan een tijd een ouder niet/minder te willen zien. Hoe beter ouders in dit stadium afspraken kunnen maken over de opvoeding van de kinderen in het dagelijkse leven, hoe geringer het risico op ouderverstoting. Een kind krijgt de kans om te wennen aan een nieuwe situatie en te onderzoeken hoe het contact met beide ouders vorm te geven. Ook als ouders samen niet gemakkelijk meer met elkaar door een deur kunnen.

De matige vorm wordt gekenmerkt door de emoties van de binnen-ouder, waarbij het kind in deze emotie meegaat en zich negatief en oordelend gaat uiten over en naar de buiten-ouder. Wanneer het kind contact heeft met de buiten-ouder, laat het kind geen genegenheid of plezier in contact zien en is het erg teruggetrokken en terughoudend. Het herkennen, erkennen en werken met deze speciale doelgroep (kinderen en ouders) vraagt om goed opgeleide professionals en juristen. Naarmate het langer duurt voor ouders en kinderen om zich aan te passen aan de nieuwe situatie, wordt de kans op een ‘lastige’ scheiding groter. Dit kan met zich meebrengen dat de omgangsregeling niet wordt nageleefd. Of dat ouders regelmatig strijd hebben waar de kinderen bij aanwezig zijn of onderdeel van uitmaken.

Bij de ernstige vorm van ouderverstoting is de binnen-ouder, onbewust of bewust, bezig met het ‘programmeren’ van het kind en krijgt hierbij steun van de omgeving. Het kind is vijandig tegenover de buiten-ouder, weigert contact met deze ouder, weert het genegenheid met boosheid en ruw gedrag af en geeft geen blijk van schuldgevoelens of twijfel over zijn/haar gedrag en de uitgesproken minachting naar deze ouder. Interventie en hulp voor het kind kan alleen als het kind beschermd wordt tegen deze ‘programmerende’ binnen-ouder en er voortvarend wordt ingezet op herstel van de band met de buiten-ouder. Beide ouders hebben hier los van elkaar professionele hulp nodig om te leren omgaan met het kind als ouders, naast aparte hulpverlening voor het kind. Ouderverstoting wordt door ons een vorm kindermishandeling genoemd, immers de ontwikkeling van een kind komt in het gedrang.

Praktijkgericht onderzoek dringend nodig

Ouderverstoting is ook internationaal nog relatief weinig onderzocht terwijl het vele mensen treft en ook in jeugdbescherming, opvang en de rechtspraak vaak voorkomt. In Amerika hebben onderzoekers als Amy Baker en Richard Warshak inzicht geboden in mythen, kenmerken en korte en langere termijn effecten van alienation. Ook het werk van de Amerikaanse klinisch psycholoog Childress wordt gebruikt die de ernstigste vorm van ouderverstoting ziet als pathologische rouw en pathogeen ouderschap. In Engeland zijn Karen en Nick Woodall actief vanuit de Family Separation Clinic. Er is in Nederland nog nauwelijks kennis voorhanden over verschijningsvormen van ouderverstoting en de gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen op de korte en lange termijn, terwijl er wel praktijken zijn waarmee geëxperimenteerd wordt met de aanpak van dit probleem, zoals de familieacademie, mediation na geweld en de benadering van neutraal ouderschap.

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Nieuwe werkwijze arbeidsongevallen zorgt voor meer veiligheidsbewustzijn bij bedrijven

84 procent van de bedrijven waar een arbeidsongeval is gebeurd, voert alle maatregelen die in …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *