Radicalisering voorkomen, nu of nooit

Dr Carl H.D. Steinmetz, psycholoog en victimoloog, gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht in de klinische psychologie.

Voor moslimjongeren die radicaliseren, aanslagen willen plegen en uitreizen naar oorlogsgebieden ontbreekt een goed preventieprogramma. Buurtteams, sociale veiligheidsteams, teams Jeugd en Gezin en Zorgadviesteams op scholen hebben een dergelijk programma nodig, terwijl de overheid vooral inzet op harde maatregelen.

Multicultureel

Nederland bestaat uit een amalgaan van etnische groepen en culturen. Niet alleen wonen er al generaties lang mensen uit de voormalige koloniën, nakomelingen van arbeidsmigranten en expats in ons land, ook zoeken oorlogsvluchtelingen bij ons een veilige woonplaats. Tegelijkertijd groeit de segregatie en wordt het debat over migratie naar Nederland op het scherpst van de snede gevoerd. Een deel van de bevolking spreekt zich in harde bewoordingen uit tegen de komst van vluchtelingen. Daarnaast staat een andere werkelijkheid waarin veel Nederlanders vluchtelingen in woord en daad verwelkomen.

Inclusie

Intussen deden de verschillende aanslagen in Parijs Nederland schudden. Uit angst voor aanslagen roept men om harde maatregelen zoals paspoorten afnemen en lange gevangenisstraffen. In het verhitte debat buitelen de interpretaties en oordelen over de Islam en het heilige boek Qoer’ān over elkaar heen. Volgens crimefighters tegen radicaliseren staat Salafisme gelijk aan dood en verderf. In dit tumult vallen de fundamenten van een tolerante en rechtvaardige maatschappij om. Uitsluiting en discriminatie jegens immigranten, vluchtelingen en expats kennen zijn weerga niet. Terwijl toch bekend is dat uitsluiting juist een voedingsbodem vormt voor radicalisering. Het is tijd om radicalisering te voorkomen via all-inclusive multiculturalism, oftewel inclusie. Het is tijd voor preventie. Preventie lukt alleen als de maatschappelijke context leidend is bij de aanpak. Aan een maatschappij van haves en have nots hangt een prijskaartje. Een buurt die in brand vliegt, zoals de Schilderswijk, Kopenhagen of Franse banlieues, meer tweedeling of meer raciale conflicten. Maar ook meer armoede dan nu al het geval is. Toenemende radicalisering en een grote kans op aanslagen, omdat inclusie ontbreekt.

Fasen van radicalisering

Radicalisering is een proces van indoctrinatie en aansporing tot geweld op basis van politiek protest Terroristische handelingen zijn massamoorden met daarop een natuurlijke reactie van de bevolking: walging en een roep om straf en vergelding om de slachtoffers van een aanslag te wreken. Die roep om straf en vergelding is sterker als daders verdacht worden van een culturele, religieuze, of stammenoorlog tegen de maatschappij. Doelen van terrorisme zijn dan ook vaak angst, vrees en polarisatie tussen groepen mensen teweeg te brengen. Er zijn verschillende fasen van radicalisering te onderscheiden:
• pre-radicaliseren (sympathie ontwikkelen voor extreme bewegingen of terroristische beweging en zonder daar zelf bij betrokken te zijn);
• zelfidentificatie (zoeken naar een nieuwe identiteit, wij-zij);
• indoctrinatie (beïnvloeden op weg naar een nieuwe richting in het leven, het hogere goed dat boven het persoonlijk goed staat);
• Jihadisme (participeren in de Jihad als Mujahideen of heilige strijder. Planning en voorbereiding van een aanval).

Radicaliseren is een proces waarin een individu in de eerste plaats verandert van passief naar revolutionair, militant of extreem. Daarbij kunnen de Jihadistische-Salafitische (Islamitische), linkse of rechtsextreme ideologieën een belangrijke rol spelen. In dat proces raakt het individu nauw verbonden met personen die actief zijn bij terrorisme, met broedplaatsen en websites waar het radicale gedachtengoed wordt uitgedragen.

Kwetsbaar

Radicaliseren wordt gezien als veranderingsproces. Niet iedereen is daar echter even kwetsbaar voor. Zeer kwetsbaar zijn personen die traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt, of bij wie omgevingsfactoren aanwezig zijn: bijvoorbeeld wonen in een buurt met relatief veel ronselaars en criminele bendes. In alle fasen van radicalisering zien we dat depressie, armoede, een lage sociaaleconomische status, betrokkenheid bij kleine en grote criminaliteit, waaronder drugshandel, discriminatie en uitsluiting samenhangen met individuele kwetsbaarheid. Dit sluit aan bij het kosten-baten model, ook wel het pull & push framework dat in alle fasen van radicaliseren werkzaam
is. Over dit model bestaan veel concrete onderzoeksbevindingen in psychologie, sociologie en criminologie. Het model laat zien dat mensen zich afkeren van de maatschappij en zich begeven op het pad van radicale ideologieën, omdat de kosten om deel te blijven uitmaken van de maatschappij te hoog zijn. In het risicomodel zien we algemene en specifieke risicofactoren en de context van kwetsbare mensen die in handen kunnen vallen van radicale ronselaars en netwerken die aanzetten tot gewelddadig protest en radicaliseren in beeld gebracht. Hoewel er dus wel het een en ander bekend is over radicaliseren, ontbreekt het aan een wetenschappelijk onderbouwde visie om radicalisering tegen te gaan.

Bij kop en staart

Om radicalisering tegen te gaan is preventie nodig. Preventie kent een drievoudige insteek, namelijk primair, secundair en tertiair. Primaire preventie betekent voorkomen dat er een aanslag wordt gepleegd, dat er wordt meegevochten in oorlogsgebieden of dat er sympathie ontstaat voor radicaal gedachtegoed. Overigens wordt bij oorlogsgebieden vooral gesproken over Syrië en niet over Israël dat Joods-Nederlandse jongeren rekruteert om tegen de Palestijnen te vechten of over Turkije waar Turks-Nederlandse jongeren in dienst moeten om tegen de Koerden te strijden. Secundair is het doel van preventie om de impact van het effect en het leed te verzachten dat het gevolg is van aanslagen, naar oorlogsgebieden gaan, daar overlijden of terugkomen. Preventie werkt alleen als we er vroeg bij zijn. Dan zijn mogelijke effecten aanzienlijk. Veel kan worden geleerd van de Broken Windows-aanpak uit de VS. Met deze benadering van het politiewerk wordt verloedering tegengegaan door preventief te zorgen dat er letterlijk en figuurlijk in bepaalde buurten nooit ramen ingegooid zijn. Vertaald naar radicalisering houdt dat in: uitsluiting en discriminatie bij kop en staart pakken. Tertiaire preventie is verder hulp bieden aan geradicaliseerden en hun grootfamilie om de gevolgen van pre-radicaliseren, zelfidentificatie, indoctrinatie, aanslagen, strijden, terugkomen en omkomen in oorlogsgebieden te minimaliseren. Tertiaire preventie kan daarom ook een primair of secundair effect hebben omdat het voorkomt dat zussen, broers, neven en nichten worden meegesleept in het radicale gedachtegoed.

Zelfrapportage

Over sympathiseren met radicaal gedachtegoed is in Nederland nog geen betrouwbare zelf-rapportagestudie gedaan. Voor het Regio College ontwikkelde ik een online zelfrapportage-instrument waarmee jongeren hun sympathieën met radicaal gedachtegoed in beeld kunnen brengen. Het instrument borduurt voort op het werk van onderzoekers die pleiten voor preventieve interventies die de pre-radicaliseringsfase onderbreken. Het sluit aan bij activiteiten van jonge mensen op internet, zoals chatten en bloggen over martelaarschap en onthoofdingsfilmpjes. Het instrument kan op school, in buurt- en gebedshuizen in groepen jongeren worden gebruikt om met hen het gesprek aan te gaan over hun sympathieën voor radicaal gedachtegoed. Zo kan pre-radicaliseren worden gedetecteerd en zijn mogelijk ernstige incidenten te voorkomen. In groepsgesprekken werken radicaliserende jongeren vervolgens aan een uitlaatklep voor hun woede die het beeldmateriaal over oorlogen en aanslagen bij hen oproept. Een wenselijke uitlaatklep is bijvoorbeeld net gevluchte Syriërs in Nederland helpen in plaats van daar te gaan vechten.

Vrienden weten meer

Niet alleen hebben we een meetinstrument nodig. Ook zullen we zorgwekkend radicaliserend gedrag op school, in buurthuizen en andere plaatsen waar jongeren verkeren, tijdig moeten signaleren en aanpakken. Voorbeelden van zorgwekkend radicaliserend gedrag zijn: zich uit sociale contacten terugtrekken, radicale uitspraken doen op internet en naar besloten bijeenkomsten van ronselaars gaan. Daarvoor ontwikkelde ik voor het Regio College een Meldcode radicaliseren. Met deze meldcode leren professionals geradicaliseerd gedrag signaleren. Slechts een klein deel van de professionals, zoals de medewerkers van de zorgadviesteams op scholen en de aandachtfunctionarissen in de teams Jeugd en Gezin, gaat daadwerkelijk het gesprek aan met jongeren die zorgwekkend radicaliserend gedrag vertonen, om risico’s om te zetten in kansen. Ook zullen zij een brug moeten slaan met de vrienden van personen die radicaliseren: vrienden weten nu eenmaal meer dan professionals en mentoren. Dat is niet eenvoudig omdat vrienden elk op hun beurt hopen dat een andere vriend een signaal zal afgeven: ook wel ‘diffusion of responsibility’ genoemd. Daarnaast is het belangrijk om gericht grootfamilies van immigranten en vluchtelingen te ondersteunen, wanneer een lid van de brede familie radicaliseert of van plan is om naar oorlogsgebieden te vertrekken. Los van deze instrumenten is voorlichting over oorzaken van pre-radicaliseren, zelfidentificatie, indoctrinatie en Jihadisme noodzakelijk. Daarvoor is het belangrijk dat beroepskrachten vertrouwd zijn met de theorie over radicalisering en het risicomodel radicaliseren kennen.

Meer weten?
Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u hoe u misstanden veroorzaakt door (religieuze) radicaliserende groeperingen voorkomt.

Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u dwingende groepsculturen herkent en opvang en hulpverlening biedt aan uittreders van dwingende groepen.

Bron: Maatwerk, vakblad voor professionals in sociaal werk, nummer 1, februari 2016 pagina 14 t/m 16

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Miljoenenimpuls voor doorontwikkelen dronedetectie bij gevangenissen

Er komt jaarlijks € 16 miljoen extra beschikbaar om te voorkomen dat gedetineerden vanuit de …

èèn Reactie

  1. Voor moslimjongeren die radicaliseren, aanslagen willen plegen en uitreizen naar oorlogsgebieden ontbreekt een goed preventieprogramma. Buurtteams, sociale veiligheidsteams, teams Jeugd en Gezin en Zorgadviesteams op scholen hebben een dergelijk programma nodig, terwijl de overheid vooral inzet op harde maatregelen.

    Zo begint u de ‘werving’ voor uw congres en aanbod.

    In de eerste plaats, daaraan is behoefte en de lokale overheid heeft daar – in mijn geval – wel degelijk oog voor en werkt juist daaraan. Vandaar dat ik het congres aanbod bekeek. Echter, dat gaat vooral over radicalisme en terrorisme, de gevaren en het internationale karakter. En ook de cursus is sterk repressief. Toch een heel ander beeld dan de verwachting die u wekt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *