Door Karel Schuurman, hoofd van het LIEC en docent op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad.
De Regionale Informatie- en Expertisecentra (hierna RIEC’s) zijn regionale samenwerkingsverbanden die de samenwerkende partners ondersteunen in hun strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Een miljardenindustrie waarin criminelen geld verdienen aan onder meer hennepteelt, mensenhandel, fraude en witwassen. Gezamenlijk proberen de partners vanuit de één overheid-gedachte een effectief antwoord te geven op criminele ondermijning van de samenleving. Dit door zicht te krijgen op de aard en de omvang van de problemen en samen een methode te vinden om effectief georganiseerde criminaliteit te bestrijden.
Het RIEC en de wet bibob
Een groot aantal partijen bindt samen de strijd aan tegen georganiseerde criminaliteit. Gemeenten, provincies, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, Inspectie SZW, FIOD, Koninklijke Marechaussee (KMar) en Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zijn partners van het eerste uur. Het RIEC biedt deze partners informatie. De expertiserol wordt vooral ingezet voor gemeenten. Het RIEC helpt zo met het inzetten van bestuurlijke instrumenten tegen criminele ondermijning van de samenleving. Een van de krachtigste instrumenten van gemeenten is de Wet Bibob. Om dat instrument breder en eenduidig toe te passen en selectief te gebruiken, ondersteunen de RIEC’s gemeenten en provincies bij de toepassing van de wet. In dit artikel nemen we RIEC Den Haag als voorbeeld.
Faciliteren
Aan de samenwerking in RIEC-verband ligt een regionaal convenant ten grondslag. Alle gemeenten en de provincie binnen de regio RIEC Den Haag zijn aangesloten bij het convenant en hebben Bibob-beleid ontwikkeld. In 2012 is er vanuit RIEC Den Haag een regionale beleidslijn opgesteld, waarin rekening is gehouden met de per 1 juli 2013 in werking getreden wijziging van de Wet Bibob. Gemeenten hebben bij het invoeren van de beleidslijn het beleid aangepast aan de lokale wensen en omstandigheden. Het RIEC Den Haag faciliteert daarnaast gemeenten en provincie door het ontwikkelen van producten voor bestuursorganen om de verschillende stappen binnen de Bibobprocedure succesvol te doorlopen.
Ondersteunen
Het RIEC Den Haag adviseert bestuursorganen ook over de toepassing van de Wet Bibob in concrete gevallen. Is het dossier compleet, moeten er aanvullende vragen gesteld worden door het bestuursorgaan en is er aanleiding om het LBB om een advies te vragen: allemaal vragen waarvoor men bij het RIEC terecht kan. Om deze ondersteuning formeel mogelijk te maken, zijn artikelen 28 en 30 van de Wet Bibob gewijzigd. Deze wijzigingen houden in dat regionale samenwerkingsverbanden voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit inzage kunnen krijgen in de gegevens die door het bestuursorgaan zijn verkregen op grond van de Wet Bibob, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de ondersteuning van het bestuursorgaan bij het toe- passen van de Wet Bibob. Hierdoor is het mogelijk om de ingevulde vragenformulieren, de aangeleverde bescheiden door de betrokkene en het advies van het LBB in te zien. Het bestuursorgaan kan door de RIEC-partners in het kader van de ondersteuning bij de toepassing van de Wet Bibob relevante informatie, indien noodzakelijk voor de toepassing van deze wet, ontvangen. Daarnaast kan het bestuursorgaan ondersteund worden bij de interpretatie van bijvoorbeeld jaarstukken of ondernemingsplannen die worden aangeleverd bij een vergunningaanvraag.
Het opvragen van informatie richt zich overigens uitsluitend op de betrokkene in de zin van de Wet Bibob. Dit betekent dat het opvragen van informatie van derden die samenwerken met de betrokkene voorbehouden is aan het LBB. Dit maakt het voor zowel het bestuursorgaan als het RIEC moeilijk om zogenoemde ’stromanconstructies’, waarbij de vergunningaanvrager in opdracht van een ander handelt, te herkennen en te ondervangen.
Stromanconstructies: knelpunt in ondersteuning
Bij het tot stand komen van de Wet Bibob is rekening gehouden met mogelijke stromanconstructies of financiering met vermogen uit criminele activiteiten. Als alleen de betrokkene getoetst kan worden, ligt het voor de hand dat criminelen personen naar voren schuiven die ’schoon’ zijn. Om die reden is in de Wet Bibob opgenomen dat ook anderen die in een zakelijk samenwerkingsverband tot de betrokkene staan, kunnen worden meegenomen in de integriteitsbeoordeling om ook van hen de (vermoedelijk) gepleegde strafbare feiten te kunnen bepalen. Maar voordat deze integriteitsbeoordeling kan plaatsvinden moet het bestuursorgaan, al dan niet met hulp van het RIEC, de afweging maken of het advies vraagt aan het LBB.
In de praktijk is het moeilijk om deze afweging te maken als er geen informatie beschikbaar is over deze derden. Natuurlijk kan het bestuursorgaan doorvragen bij de aanvrager of er zakelijke banden zijn met een derde. Afhankelijk van de antwoorden wordt dan een afweging gemaakt. Een overtuigend betoog van de aanvrager maakt de aanvraag van een advies aan het LBB dan lastig.
Als het gevoel dat achter de schermen iemand anders aan de touwtjes trekt dan de aanvrager, niet onderbouwd kan worden met signalen van bijvoorbeeld politie of Belastingdienst, dan is het voor het bestuursorgaan of het RIEC niet mogelijk om te achterhalen of de beschikking mede gebruikt zal worden om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of dat strafbare feiten zullen worden gepleegd. De mogelijkheden om zo preventief op te treden zijn daarmee ernstig beperkt.
Beeldanalyse
Door samenwerking en uitwisseling van informatie wordt expertise opgebouwd op het terrein van de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Op basis daarvan kunnen analyses worden verricht, die een beeld geven van de lokale of regionale criminogene sectoren. Aan de hand daarvan worden interventiestrategieën en instrumenten ontwikkeld binnen RIEC Den Haag, om de criminogene sectoren zowel preventief als repressief in de regio tegen te gaan. Ook kan deze kennis worden gebruikt om gemeenten te ondersteunen bij het aanwenden van het Bibob-instrument.
Landelijke dekking
De RIEC’s versterken een regionale samenwerking tussen gemeenten, maar ook nationale samenwerking wordt versterkt. De RIEC’s werken namelijk nauw samen en vormen zo het LIEC, een landelijk dekkend netwerk. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste delen de diverse medewerkers binnen de RIEC’s die zich met de toepassing van Bibob bezighouden via een landelijke expertgroep kennis en kunde met elkaar. Door een goede samenwerking met het LBB ontstaat daarmee een goede en behapbare verbinding tussen de toepassing in gemeenten en de toetsing op landelijk niveau.
Het LIEC vervult landelijk een belangrijke rol door verbindingen te monitoren, expertgroepen te ondersteunen en kennis landelijk te verankeren en te ontsluiten. Door het brede verband adviseert het LIEC beleidsmakers over nieuwe trends en ontwikkelingen. Daardoor kan indien noodzakelijk op het terrein van Bibob tijdig worden opgetreden. Vanuit het LIEC wordt het LBB bij nieuwe nationale projecten op het terrein van de bestuurlijke aanpak betrokken. Dit maakt het mogelijk in de bedrijfsvoering rekening te houden met komende acties, wat de doorlooptijden ten goede komt. Omgekeerd kan hierdoor de expertise van het LBB reeds aan de voorkant worden ingebracht en meegenomen. Dat vergroot dan weer de kwaliteit van de toepassing.
Ten slotte inventariseert het LIEC de fenomenen die spelen in de diverse RIEC-regio’s. Daarbij zal de kennis en kunde van het LBB worden betrokken. Daardoor ontstaat een scherper beeld van criminaliteit waarmee bestuurders worden geconfronteerd en kan er beter en gerichter gebruik worden gemaakt van het Bibobinstrument.
Behoefte aan bijdrage RIEC/LIEC
Het RIEC/LIEC-bestel vult een gat tussen gemeentelijke toepassing en landelijke toetsing. Dit zal naar verwachting de komende jaren aan belang winnen. Ten eerste zal dit gebeuren doordat het werk van de RIEC’s in de verschillende regio’s zal leiden tot een scherper beeld van de criminaliteit die zich in de regio afspeelt, onder andere doordat de RIEC’s bestuurlijke criminaliteitsbeelden opstellen. Dat maakt een scherpere toepassing van het instrument mogelijk in sectoren waar zich problemen voordoen en voorkomt een generieke toepassing die (relatief) onschuldige sectoren raakt. Een tweede aanvulling op het huidige systeem bestaat eruit dat er in toenemende mate sprake is van regionaal beleid. Nu al worden door de RIEC’s in toenemende mate regionaal voorstellen gedaan over Bibob-beleid. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan het geluid dat gemeentelijk Bibob-beleid nu te veel verschilt daar waar de problematiek eigenlijk hetzelfde is. Ten derde zal het Bibob-instrument aan gewicht gaan winnen. De afgelopen jaren is de betrokkenheid van gemeenten bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit explosief toegenomen. In 2012 was al 95% van de gemeenten aangesloten bij een RIEC. Te verwachten valt dat hierdoor gemeenten zich meer bewust worden van het belang van de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Een eerste teken hiervoor is dat deze criminaliteit bij veel gemeenten een plek vindt in regionale veiligheidsplannen en dat de regioburgemeesters een portefeuillehouder georganiseerde criminaliteit hebben aangewezen. Deze ontwikkeling zal ongetwijfeld leiden tot het vaker inzetten van het Bibob-instrument. De kwaliteit van de toepassing van dit instrument zal daarbij door de RIEC’s toenemen. Door regionale bundeling van kennis en kunde verbetert immers de toepassing van het instrument.
Door de wetswijziging kan het RIEC deze kennis ook goed gebruiken bij de ondersteuning. Dat maakt dat er naar verwachting betere procedures worden doorlopen. Het maakt ook dat gemeenten beter in staat zijn om het eigen huiswerk op een kwalitatief hoger niveau te brengen. Daarmee wordt bewerkstelligd dat alleen dan een advies van het LBB wordt aangevraagd als daar echt aanleiding toe is. Doordat het RIEC een regionaal samenwerkingsverband is, komt de toepassing van de Wet Bibob dichter bij de inspanningen die overheden gezamenlijk verrichten bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Ook dit kan een gerichte toepassing versterken. Ten slotte zal via landelijke bundeling van kennis in expertgroepen en bij het LIEC de kwaliteit van toepassing in heel Nederland een impuls krijgen.
Ontwikkelen en ontdekken
De Wet Bibob is een belangrijk instrument in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. De RIEC’s ondersteunen gemeenten en provincies bij de toepassing van de wet. Dit kan op verschillende manieren, afhankelijk van de wensen van het bestuursorgaan. Het RIEC draagt door ondersteuning bij de toepassing van de Wet Bibob bij aan het stimuleren van regionale samenwerking. Dit zorgt voor steeds meer uniforme toepassing van de wet. Ook draagt het RIEC bij aan bewustwording van bestuurders van vermenging van onder- en bovenwereld, het voorkomen van het waterbedeffect en een betere toepassing van de wet door onder meer risicoanalyse en het verbreden van kennis en expertise in de regio.
Het aantal Bibob-zaken is in de afgelopen jaren binnen RIEC Den Haag sterk opgelopen. In 2009 waren het er slechts tien, in 2012 is er 85 maal advies gevraagd door gemeenten en provincie bij het RIEC, waarbij 23 keer geadviseerd is om een advies bij het LBB te vragen. De RIEC’s en het LIEC hebben sinds hun oprichting bewezen de missing link te zijn in de toepassing van de Wet Bibob tussen bestuursorganen en het LBB. Deze rol wordt versterkt door de samenwerkende partners binnen het RIEC. De uitdaging is om deze rol de komende jaren verder te ontwikkelen en door nieuwe mogelijkheden van de uitgebreide Wet Bibob verder samen te ontdekken wat mogelijk
is om de samenwerking binnen de keten te versterken. De uitdaging is om samen een bijdrage te leveren aan een steeds beter georganiseerde overheid in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit.
Meer weten?
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad leert u hoe u voorkomt dat criminele organisaties zich vestigen in uw gemeente.
Op de opleiding bibob coördinator leert u hoe u de wet Bibob toepast in uw gemeente.
Op de cursus Informatie uitwisseling in de veiligheidsketen leert u hoe u informatie verzamelt, analyseert en uitwisselt in samenwerking met uw veiligheidspartners.