Huiselijk geweld kent vele vormen en het gaat vaak om complexe problematiek. Daarom moeten professionals niet alleen procedures volgen, maar veel meer samenwerken en breder kijken dan hun eigen vakgebied. “Dat is een grote kwestie waaraan we moeten gaan werken”, vindt Sietske Dijkstra.
Intiem geweld
Sietske Dijkstra gebruikt ook wel de term intiem geweld. “Want ‘huiselijk’ klinkt lieflijker dan het is. Het gaat om ondermeer kindermishandeling en partnergeweld, en om ouderenmishandeling door kinderen. Denk bij ouderenmishandeling ook aan een kleinkind dat af en toe oma’s pinpasje even meeneemt of opa onder druk zet om dingen te doen. Het gaat bovendien om zowel lichamelijk als psychisch geweld, zoals slaan, seksueel geweld, uitschelden, vernedering en intimidatie. Ook verwaarlozing valt onder huiselijk geweld.”
Weinig veranderd
Sietske Dijkstra vindt dat binnen het onderwerp huiselijk geweld inmiddels veel is bereikt. Maar toch is er nog te weinig duurzaam veranderd. In april 2002 verscheen de kabinetsnota ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’ over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Het toenmalige kabinet noemde huiselijk geweld het grootste gewelds probleem van onze samenleving en wilde meer bewustwording en een intensievere aanpak. Sindsdien is het onderwerp duidelijker op de agenda gekomen, weet Sietske Dijkstra. “Er is flink ingezet op beleid, ketensamenwerking en signalering. Toen ik in 2000 promoveerde, had den we nog lang niet zo veel zicht op het thema als nu. Het onderzoek wordt steeds beter en we kunnen steeds meer databestanden aan elkaar knopen. We zijn echt meer gaan zien en begrijpen. Maar desondanks is er niet veel veranderd in de aanpak van huiselijk geweld. Dat komt denk ik vooral door het taboe dat er nog steeds op rust.”
Clichébeeld
Het is niet precies bekend hoe vaak de verschillende vormen van huiselijk geweld in Nederland voorkomen. Begin 2011 zijn hierover enkele studies gepubliceerd, uitgevoerd door onder andere de Universiteit Tilburg in opdracht van het Ministerie van Veiigheid en Justitie. De schatting was dat jaarlijks in Nederland minstens 200 duizend personen slachtoffer worden van huiselijk geweld. Ongeveer de helft van de ondervraagden had naar eigen zeggen ooit met minimaal één voorval in de huiselijke kring te maken gehad. De aanpak van huiselijk geweld wordt bemoeilijkt
doordat het meestal niet op zichzelf staat. Het gaat vaak samen met opvoedproblemen, relatieproblemen, verslaving, werkloosheid of criminaliteit. De impact van huiselijk geweld in het latere leven is groot, bleek overtuigend uit een grote studie van de Amerikaanse onderzoeker Felliti naar de gevolgen van negatieve jeugdervaringen (Adverse Childhood Experiences (ACE) Study, 2012). Traumatische gebeurtenissen hebben een cumulatief effect in het latere leven, is de conclusie. Ze resulteren veel vaker in verslaving, depressie, een psychische stoornis, gewichtsproblemen, hartkwalen en andere gezondheidsproblemen.
Investeren
Onderzoek naar huiselijk geweld gebeurt veelal via surveys of interviews met betrokkenen en professionals, het volgen van gezinnen of evaluatie van gebeurtenissen en methodieken. Zo publiceerde het Verwey-Jonker Instituut, waarmee Sietske Dijkstra samenwerkt, een grote studie naar partnergeweld in de vier grote steden in Nederland (‘Doorbreken geweldspatroon vraagt gespecialiseerde hulp’, in opdracht van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht). De onderzoekers volgden in de periode 2009-2012 ruim tweehonderd gezinnen met kinderen via drie uitgebreide metingen. Ook werden de moeders uit een kwart van de gezinnen geïnterviewd om meer zicht te krijgen op de beleving van slachtoffers.
De conclusie is dat alleen intensieve en gespecialiseerde hulp ernstige agressie kan stoppen. Maar vaak schiet de hulpverlening tekort, vertelt Sietske Dijkstra. “In een derde van de situaties voelt de vrouw zich niet goed geholpen en stopt het geweld niet. De strijd gaat door, bijvoorbeeld over de omgangsregeling voor de kinderen. Ook bij meer dan de helft van de kinderen laat de hulp te wensen over. Er is weliswaar beter beleid en betere signalering, maar daar moet het niet bij blijven. Deze hulpmiddelen geven ons tegelijk een ethische plicht om professioneel te handelen. Dat moet echt nog groeien. Ik zat bijvoorbeeld in een begeleidingscommissie voor de evaluatie van tien jaar overheidsbeleid voor de aanpak van huiselijk geweld. Daaruit bleek dat
relatief weinig is geïnvesteerd in interventie.”
Geen contact
Dat roept meteen de vraag op: wat is vakbekwaam handelen? En hoe kunnen professionals hierin samenwerken? Soms zijn gezinnen wel in beeld van hulpverleners, bijvoorbeeld consultatiebureau, gezinsvoogd of ggz, maar die hebben onderling geen contact. “Professionals redeneren nog te veel vanuit de eigen kerntaken. Maar dat werkt niet als je tot een integrale aanpak wilt komen. Naast je eigen vakkennis moet je je ook kunnen verbinden met wat een ander doet. Professionals houden al wel multidisciplinaire casusbesprekingen, maar het gaat er om dat je echt interdisciplinair iets neerzet dat steviger en groter is dan de afzonderlijke vakken apart. Dat is een grote kwestie waaraan we duurzaam moeten gaan werken.” Sietske Dijkstra vindt dat professionals veel breder en dieper naar probleemsituaties moeten kijken. Want bijvoorbeeld een vechtscheiding staat meestal niet op zichzelf. Recent was Sietske Dijkstra betrokken bij de werkconferentie ‘Uit de houdgreep’ over vechtscheidingen, een conferentie van de Taskforce Kindermishandeling en seksueel misbruik. Ook daar was de conclusie dat de samenwerking tussen betrokken organisaties en de afstemming van hulp beter moeten. Die samenwerking verloopt vaak nog moeizaam omdat organisaties vanwege concurrentieoverwegingen terughoudend zijn in het delen van kennis, bijvoorbeeld in casuïstiekbesprekingen. “Organisaties investeren vaak veel in hun eigen aanbod, maar kunnen juist meer leren door elkaars deskundigheid beter te benutten”, vindt Sietske Dijkstra. Daarnaast is nog te weinig bekend over de kenmerken van een complexe scheiding. Sietske Dijkstra zelf hield op de werkconferentie een lezing over de verschillende dimensies van een vechtscheiding. “We hebben er vaak een te eenvoudig en stereotiep beeld bij: twee vechtende ouders boven het hoofd van de kinderen. Soms klopt dat, maar er kunnen veel meer dingen spelen. Bijvoorbeeld geweld in de voorgeschiedenis, een psychiatrisch probleem, een juridisch conflict of verslaving. En de verstoorde communicatie tussen de ouders kan ook overslaan op de betrokken professionals, waardoor er geen eenduidig idee is over de aanpak. Zo kunnen we een conflict zelfs verder aanjagen.”
Belangrijke lessen
Sietske Dijkstra heef, samen met Wil Verhoeven, het Inspectierapport geanalysseerd over de zaak rond Ruben en Julian, de twee jongens die door hun vader in mei 2013 zijn omgebracht. Volgens het rapport hebben de professionals goed samengewerkt en was de hulp ‘navolgbaar’. Sietske Dijkstra: “De procedures zijn weliswaar goed gevolgd, maar er zijn wel drie mensen dood. Ik denk daarom dat we veel dieper moeten kijken wat zich daar heeft afgespeeld. In deze zaak speelden bijvoorbeeld veel emoties: woede, angst, en gevoelens van buitengesloten en niet gehoord worden. Dat zijn denk ik belangrijke indicatoren, die we nog te makkelijk over het hoofd zien. Beide ouders waren hoogopgeleid en dan worden zij wellicht gezien als redelijke mensen. Dat kan je op het verkeerde been zetten.” Sietske Dijkstra wil de komende jaren veel meer onderzoek gaan doen op dit gebied. Ze heeft een onderzoeksvoorstel in voorbereiding om meer zicht te krijgen op de risicofactoren voor escalatie, factoren die de-escalerend werken en hoe die kennis kan worden verwerkt in professioneel handelen. Het idee is om in het onderzoek dossiers, klachtenregelingen en casussen te analyseren en te volgen en zowel betrokkenen als professionals te interviewen. “Ik streef naar een gemeenschappelijke professionele taal, met een integratie van hulp en van recht. Dan kunnen professionals samen ten dienste staan aan de complexe scheiding en werken zij niet meer vanaf hun eigen eilandje.”
Verborgen kennis
Daarnaast wil Sietske Dijkstra meer ‘verborgen’ kennis boven water halen bij professionals, bijvoorbeeld bij omgangshuizen. Veel professionals hebben in de praktijk ervaring opgebouwd en daarmee een ‘gut feeling’ ontwikkeld over de aanpak van een situatie. Sietske Dijkstra is een aantal keren in de Verenigde Staten geweest om zich te verdiepen in deze zogeheten ‘tacit knowledge’. Hoe komt deze verfijnde kennis tot stand en hoe maak je deze bespreekbaar en overdraagbaar? In 2011 publiceerde Sietske Dijkstra daarover het boek Verborgen schatten.“ Je kunt ervaringskennis over onder meer complexe scheidingen via bijvoorbeeld groepsgesprekken voor anderen bruikbaar maken. Zelfs studenten hebben na een stage al tacit knowledge. Veel van mijn in de afgelopen jaren is gericht op het versterken en expliciteren van die praktijkkennis. Dat kan helpen om de komende jaren echt werk te gaan maken van een betere aanpak.”
Trots
Sietske Dijkstra is inmiddels 30 jaar met het onderwerp huiselijk geweld bezig. Ze vindt het een pittig en indringend onderwerp, dat echter ook mooie kanten heeft. “Want je kunt soms mensen echt helpen. En er is veel voortschrijdend inzicht. Helaas is er nu wel risico op terug val en toename van geweld, met name door de economische crisis en de transitie van zorg naar gemeenten. Dat kan betekenen dat we veel meer calamiteiten kunnen verwachten. Maar tegelijk heb ik professionals en ook studenten enorm zien groeien in hun vak. Daar ben ik trots op. Ik richt me erg op het werkveld, bijvoorbeeld met werkbezoeken, en leer daar steeds weer van de praktijk. Dat vind ik erg mooi. Dus het is gelukkig niet alleen kommer en kwel.”
Meer weten?
Op de opleiding regisseur huiselijk geweld en kindermishandeling leert u hoe u samen met uw partners komt tot een geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in uw gemeente?