Het voorkomen van herhalingscriminaliteit door een sluitende aanpak van ex-gedetineerden

Door Frank van Summeren, congres- en opleidingsmanager Veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid en organisator van de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden.

Per jaar keren ruim dertigduizend ex-gedetineerden burgers terug in de maatschappij. Veel van hen vallen na hun detentie terug in strafbaar gedrag wat leidt tot overlast, onveiligheid en hoge maatschappelijke kosten. Voldoende redenen om recidive van ex-gedetineerden waar mogelijk te voorkomen door het verlenen van nazorg na detentie.

Terugkeer vanuit detentie

Een goede terugkeer van ex-gedetineerde burgers in de maatschappij is voor iedereen van belang. Voor de ex-gedetineerden om te voorkomen dat zij in hun oude gedrag terugvallen. Maar ook voor hun omgeving die hierdoor geen hinder ondervindt van overlast en criminaliteit. Het is in eerste instantie de ex-gedetineerde burger zelf die verantwoordelijk is voor zijn re-integratie in de samenleving. In de praktijk blijkt echter dat een groot deel van de ex-gedetineerden die terugkeren in de maatschappij te maken hebben met meervoudige problematiek waardoor het voor hen moeilijk is om een ‘normaal’ leven te leiden. Het gaat hier bijvoorbeeld om psychiatrische problemen, een alcohol- en/of drugsverslaving, geen eigen woonruimte, geen opleiding, geen baan, hoge schulden en geen of verkeerde vrienden. Ex-gedetineerden zijn dan ook gebaat bij ondersteuning wanneer zij terugkeren vanuit detentie.

Voorbereiding tijdens detentie

Een goede terugkeer van ex-gedetineerden in de maatschappij begint al tijdens de detentie, waarin zij worden voorbereid om weer op eigen benen te staan. Daarnaast kunnen tijdens detentie alvast een aantal basisvoorwaarden voor re-integratie in de samenleving worden geregeld waaronder een identiteitsbewijs, inkomen, onderdak, schuldhulpverlening en de benodigde (geestelijke) gezondheidszorg. Deze voorbereidingen moeten ertoe leiden dat de overgang van detentie naar de samenleving zonder problemen verloopt voor de ex-gedetineerden waardoor zij een nieuwe start kunnen maken zonder te vervallen in het plegen van strafbare feiten of het veroorzaken van overlast.

Het Veiligheidshuis, samenwerken aan veiligheid

Om een duurzame gedragsverandering te bewerkstelligen bij een ex-gedetineerde die te maken heeft met meervoudige problematiek, volstaat het niet om slechts één of enkele problemen van hem of haar aan te pakken, maar is een breed opgezet nazorgtraject noodzakelijk waarin aandacht wordt besteed aan alle leefgebieden. Bij een dergelijke brede integrale aanpak zijn veelal tal van organisaties en maatschappelijke instanties betrokken die gezamenlijk de problematiek te lijf gaan met als doel om herhalingscriminaliteit in de toekomst te voorkomen. Het Veiligheidshuis, waarin de gemeente, politie, openbaar ministerie, reclasseringsorganisaties en diverse zorg- en welzijnsinstellingen samen onder één dak werken, speelt een belangrijke coördinerende rol bij het realiseren van een sluitende aanpak van ex-gedetineerden. Het Veiligheidshuis is de plaats waar de partnerorganisaties bij elkaar komen voor afstemming, waar (indien mogelijk) informatie wordt gedeeld en (indien nodig) wordt opgeschaald als de betreffende ex-gedetineerde of een betrokken partnerorganisatie zich niet aan de gemaakte afspraken houdt.

In het land zien we goede initiatieven om ex-gedetineerden op het rechte pad te houden. In dit artikel wordt ingegaan op de nazorg aan ex-gedetineerden in de regio Maas en Leijgraaf waarin het Veiligheidshuis een coördinerende rol vervult.

Het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf en de nazorg aan ex-gedetineerden

Het Regionaal Veiligheidshuis Maas en Leijgraaf waar twaalf gemeenten, politie, openbaar ministerie, gevangeniswezen, reclasseringsorganisaties en diverse zorginstellingen samenwerken aan de nazorg aan ex-gedetineerden wordt in het land gezien als een voorloper daar waar het gaat om het terugdringen van recidive onder ex-gedetineerden. Het Veiligheidshuis en haar partners zijn er gezamenlijk in geslaagd om de detentierecidive binnen 4 jaar te beperken tot 20,5%. Elders in het land schommelen deze cijfers tussen de 30 en 50 procent (WODC, Monitor nazorg ex-gedetineerden, 2013). De betrokken partners die zitting hebben in het Veiligheidshuis zijn ervan overtuigd dat een gedetineerde na afloop van zijn straf niet aan zijn lot moet worden overgelaten. Een treffend voorbeeld hiervan is dat woningbouwcorporaties bereid zijn om woningen beschikbaar te stellen voor ex-gedetineerden die uit detentie komen. Hier tegenover staat dat deze ex-gedetineerden worden begeleid daar waar nodig, waardoor zij geen problemen veroorzaken in hun woonomgeving. Door alle afspraken die met elkaar zijn gemaakt, kan er nazorg op maat worden geboden.

Kansen en bedreigingen

Het succes van nazorg aan ex-gedetineerden in de toekomst hangt af van een aantal actuele ontwikkelingen die ingrijpende veranderingen teweeg kunnen brengen in de aanpak van het Veiligheidshuis en haar partners.

Doorontwikkeling en regionalisering van het Veiligheidshuis

Het Veiligheidshuis blijft de komende jaren volop in ontwikkeling. Er wordt door het ministerie van Veiligheid en Justitie ingezet op verdere doorontwikkeling en regionalisering van de veiligheidshuizen (Ministerie van Veiligheid en Justitie, Landelijk kader Veiligheidshuizen, 2013). De doorontwikkeling leidt ertoe dat het Veiligheidshuis in toenemende mate wordt gezien als de plaats waar complexe casussen besproken worden, ongeacht het thema. Hierdoor is het (niet langer) een uitgemaakte zaak dat een ex-gedetineerde die terugkeert uit detentie in het Veiligheidshuis wordt behandeld. Dit hangt in grote mate af van of de betreffende ex-gedetineerde burger als complexe casus wordt bestempeld. Daarnaast zorgt de regionalisering van de veiligheidshuizen ervoor dat zij hun werkterrein gaan vergroten. Dit biedt kansen voor gemeenten die nog niet waren aangesloten en op deze manier in de toekomst gebruik kunnen maken van de diensten (kennis, expertise, netwerk) van het Veiligheidshuis.

Krimp gevangeniswezen en toename elektronische detentie

Naast het Veiligheidshuis is ook haar omgeving drastisch aan het veranderen. Een belangrijke en ingrijpende ontwikkeling is het masterplan Dienst Justitiële Inrichtingen waarin de sluiting van gevangenissen is aangekondigd en elektronische detentie een prominentere rol krijgt. Elektronische detentie biedt kansen voor de re-integratie van ex-gedetineerden, die (reeds tijdens het uitzitten van hun straf) worden toegeleid naar werk. Zo mogelijk kunnen zij zo na afloop van hun straf bij de betreffende werkgever actief blijven. Op deze manier ontstaat een naadloze overgang van detentie naar duurzame participatie in de maatschappij. Hiertegenover staan de bezuinigingen in het gevangeniswezen waardoor resocialisatieprogramma’s van gedetineerden zullen worden versoberd.

Invoering van het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht biedt de mogelijkheid om bij de sanctionering niet alleen rekening te houden met de ernst van de strafbare feiten, maar meer dan voorheen ook met de ontwikkelingsfase van jongvolwassenen. Zo kan er in het belang van de jongvolwassene een sanctie uit het jeugdstrafrecht worden opgelegd. Bij ernstige misdrijven blijft het mogelijk om jongeren vanaf 16 jaar een straf of maatregel uit het volwassenenstrafrecht op te leggen. Met de invoering van het adolescentenstrafrecht wordt dus meer flexibiliteit bereikt bij het opleggen van straffen en maatregelen rond de leeftijdsgrens van 18 jaar, waardoor maatwerk beter mogelijk wordt gemaakt.

Decentralisaties in het sociale domein

Het rijk geeft gemeenten steeds meer taken en verantwoordelijkheden. Met de decentralisaties in het sociale domein komt de regie op zorg en veiligheid meer en meer bij gemeenten te liggen. Dit biedt kansen om ex-gedetineerde burgers met complexe problematiek effectief aan te pakken onder regie van de gemeente. Tegelijkertijd vormen de decentralisaties in het sociale domein, die gepaard gaan met forse bezuinigingen, een grote uitdaging voor gemeenten die meer moeten gaan doen met minder geld. Dit betekent dat er minder budget voorhanden is voor hulpverlening en re-integratie voor ex-gedetineerden met complexe meervoudige problematiek.

Tot slot

Nazorg aan ex-gedetineerden is een gedeelde zorg van de rijksoverheid en gemeenten. De rijksoverheid ziet nazorg als een belangrijke manier om de hoge recidivecijfers terug te dringen. Gemeenten op hun beurt willen met de nazorg aan ex-gedetineerden de criminaliteit en overlast reduceren en op die manier de veiligheid van haar burgers vergroten. Een sleutelrol ligt bij het Veiligheidshuis die de samenwerking tussen de zorg- en justitiepartners moet organiseren en regisseren. Het Veiligheidshuis heeft aangetoond een belangrijke coördinerende rol te spelen bij het bewerkstelligen van een sluitende aanpak van ex-gedetineerden en op die manier een belangrijke bijdrage te leveren aan het realiseren van de doelstellingen van zowel de rijksoverheid als die van gemeenten. In hoeverre beide hun doelstellingen daadwerkelijk kunnen realiseren hangt voor een belangrijk deel af van een aantal ontwikkelingen die zich voordoen in het gevangeniswezen en het sociale domein.

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Antwoorden op Kamervragen over berichten ‘Recordaantal meldingen van personen met verward gedrag in 2023’ en ‘Duizenden kwetsbaren wachten op plek beschermd wonen’

Minister Helder (VWS) geeft antwoord op vragen over de berichten ‘Recordaantal meldingen van personen met …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *