Welk risico loopt de chemische industrie op een incident?

Met incidenten bij Odfjell en Chemie-Pack in het achterhoofd wordt crisisbeheersing voor de chemische industrie steeds belangrijker. Aan het woord zijn drie experts over de (veiligheids)risico’s waarmee de chemische industrie te maken heeft en op welke manier een crisis of ramp nu en in de toekomst kan worden voorkomen.

Integrale risicobenadering

De risico’s van de industrie staan niet bovenaan mijn lijstje. Het is volgens mij namelijk niet toevallig dat we de laatste decennia relatief weinig grote ‘klappers’ gehad hebben. Ik maak me daarom eerder druk over wateroverlast en epidemieën. De risico’s in de industrie voor veiligheid zijn vaak gekoppeld aan andere risico’s in deze sector, zoals slecht werkgeverschap, milieuproblemen en de belabberde financiële situatie. Als de ‘all over’-kwaliteitszorg matig is, dan heeft dat ook effect op grotere (fysieke) risico’s. Je kunt hierbij denken aan slecht en weinig onderhoud vanwege financiële problemen en oudere installaties. Ook de toename van de schijven, de sub-sub-sub-contracting, vormt een risico. Wie is dan nog waarvoor verantwoordelijk, en spreken alle mensen nog wel – letterlijk en figuurlijk – dezelfde taal?

Menno van Duin, lector Crisisbeheersing bij het gezamenlijke lectoraat Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid en de Politieacademie, medeoprichter van het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement en docent op de cursus Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, richt zich al meer dan 25 jaar op kennisontwikkeling en professionalisering op het terrein van crisisbeheersing en publiceerde het boek ‘van rampen leren’ en het boek ‘Lessen uit crises en mini-crises 2012’

Symbolisch veiligheidsbeleid

Het grootste gevaar voor de chemische industrie is dat de industrie ’terugvalt’ op symbolisch veiligheidsbeleid zoals dat momenteel populair is bij de overheid: meer veiligheidsadviseurs, meer interne audits, meer trainingen over veiligheidscultuur en meer kwantitatieve risicoanalyses. Echte veiligheid hangt samen met echt vakmanschap op de werkvloer en met winstgevendheid van bedrijven. Spreken over meer veiligheid en ondertussen slechts je onderaannemers op de laagste kosten selecteren gaat niet samen.

Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen, docent op de cursus Projectmanagement in het veiligheidsdomein en voormalig hoogleraar Crisisbeheersing aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Crisisbeheersing en sociale media

Het potentiële gevaar de aankomende periode voor de (chemische) industrie is het niet anticiperen op de rol van sociale media binnen de crisisbeheersing. Sociale media zijn de laatste jaren onderdeel geworden van de crisis en de crisisbeheersing. Hoe klein het incident ook is, er wordt melding van gemaakt op de sociale media. Niet het incident, maar de impact van het incident bepaalt op welke wijze de industrie wordt getroffen, en dan met name wat betreft de reputatie.

Drie kenmerken van sociale media kunnen daarbij een incident versterken. Ten eerste de snelheid. Iedereen kan continu informatie delen én ontvangen. Wanneer er sprake is van een incident kan dit in één seconde direct worden gedeeld in een sociale omgeving op het internet, zoals via Facebook, YouTube of Twitter. Het tweede kenmerk is nog meer bepalend als versterkende factor, want dat zijn de onbegrensde deelmogelijkheden van informatie. Met één druk op de knop kunnen gebruikers  tekst, foto, video of audio delen met andere gebruikers overal ter wereld. De laatste versterkende factor is interactie. Sociale media zorgen voor meer interactie. Mensen gaan zich (nog meer) bemoeien met de crisis en met de crisisbeheersing. Wat moet de industrie dus kunnen? Het omgaan met sociale media vergt een goed samenspel van informatiemanagement en crisiscommunicatie. Het is goed om op voorhand na te denken over de te maken afspraken met de afdelingen en mensen die verantwoordelijk zijn voor het leveren van informatie voor de crisiscommunicatieboodschap. Hoe snel kunnen ze informatie leveren? Hebben ze daar capaciteit voor, óók 24/7? Wie monitort de sociale media als het gaat over de eigen processen?

De industrie doet er daarom méér dan verstandig aan als zij sociale media meeneemt in de voorbereiding op een crisis. Sociale media dienen één onderdeel van het totale palet aan communicatiemiddelen die de industrie ter beschikking heeft om te communiceren tijdens een crisis. Daarnaast dient monitoring van sociale media structureel geborgd te zijn in de organisatie. Het niet meenemen van sociale media betekent dat de impact hiervan bij een crisis wel eens onaangenaam groot kan worden. De brand bij Chemie-Pack in Moerdijk had in feite de wake up call moeten zijn voor de industrie. Immers: een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Roy Johannink, veiligheidsadviseur bij VDMMP en docent op de cursus Crisisbeheersing en Rampenbestrijding, begeleidt gemeenten, provincies en politie rond crisiscommunicatie, mede auteur van het boek ‘Lessen uit crises en mini-crises 2012’ 

 

Meer weten?

 

Bron: Petrochem

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

🎧 Podcast: Van de straat naar online – #politie_frans op TikTok

Beluister de podcast met Frans Luijten, social media regisseur bij de politie. Hij deelt hierin zijn …

èèn Reactie

  1. Interessant artikel! Social media moet zeker meer ingezet worden voor dit soort dingen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *