Op 18 december 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (hierna: het wetsvoorstel) aangenomen. Het wetsvoorstel kent een lange voorgeschiedenis en vindt zijn oorsprong in het persbericht van 2 mei 2013 van de Europese Commissie. Daarin werd Nederland formeel voorgesteld om de huidige vrijstelling voor Nederlandse overheidsbedrijven af te schaffen.
Volgens de Europese Commissie zouden overheidsbedrijven die economische activiteiten uitoefenen en daarbij concurreren met particuliere ondernemingen ook vennootschapsbelastingplichtig moeten zijn. Bepaalde ondernemingen vrijstellen omdat zij in handen van de overheid zijn, geeft hen volgens de Europese Commissie een concurrentievoordeel dat niet te verdedigen valt op grond van de EU-staatssteunregels.
Belastingplicht van overheidsondernemingen
Vervolgens bood de Staatssecretaris van Financiën op 14 april 2014 een conceptwetsvoorstel voor internetconsultatie aan, dat uiteindelijk uitmondde in het huidige wetsvoorstel. Daarin wordt wat betreft de belastingplicht van overheidsondernemingen overgegaan van ‘niet belastingplichtig, tenzij’ naar ‘belastingplichtig, tenzij.’ Daartoe worden in het voorgestelde art. 2, eerste lid, onderdeel g, Wet Vpb 1969 als belastingplichtige aangemerkt de in Nederland gevestigde publiekrechtelijke rechtspersonen (met uitzondering van de Staat) voor zover zij een onderneming drijven. Op dit punt wordt dus aangesloten bij de stichting en vereniging die op grond van art. 2, eerste lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969 eveneens beperkt belastingplichtig zijn indien en voor zover zij een onderneming drijven. Daarnaast wordt de belastingplicht van indirecte overheidsondernemingen op grond van het voorgestelde art. 2, zevende lid, Wet Vpb 1969 alleen nog bepaald op grond van de rechtsvorm. Dit heeft tot gevolg dat een BV met uitsluitend publiekrechtelijke rechtspersonen als onmiddellijk of middellijk aandeelhouder integraal belastingplichtig wordt. Voor een stichting in handen van de overheid geldt vervolgens weer dat deze slechts belastingplichtig is indien en voor zover een onderneming wordt gedreven.
Toepassing van een vrijstelling
Of een overheidslichaam daadwerkelijk vennootschapsbelasting verschuldigd is, hangt mede af van de eventuele toepassing van een vrijstelling. In het wetsvoorstel worden, voor zowel directe als indirecte overheidsondernemingen, algemene vrijstellingen geïntroduceerd voor interne activiteiten, ‘quasi-inbesteding’, overheidstaken en samenwerkingsverbanden. Daarnaast kent het wetsvoorstel specifieke vrijstellingen voor onder meer academische ziekenhuizen en onderwijsinstellingen met publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid. Bij die vrijstellingen wringt nog de schoen. In de nota naar aanleiding van het verslag van 24 november 2014 merkt de Staatssecretaris immers op dat er tot op heden nog geen formele duidelijkheid bestaat of het wetsvoorstel voldoet aan de eisen van de Europese Commissie, maar op ambtelijk niveau regelmatig informele contacten plaatsvinden met het Dictoraat-Generaal Concurrentie van de Europese Commissie om duidelijkheid te krijgen over de vrijstellingen. Uit deze uitlating van de Staatssecretaris kan worden afgeleid dat hij er kennelijk nog niet gerust op is dat het wetsvoorstel EU-proof is en in ongewijzigde vorm het Staatsblad haalt.
Door: Mr. Paul Flutsch, zelfstandig analist Paul studeerde Fiscaal Recht aan de Universiteit Maastricht. Hij was gedurende negen jaar als docent belastingrecht verbonden aan het Fiscaal Instituut Tilburg van de Universiteit Tilburg en daarna gedurende zes jaar docent belastingrecht aan de Universiteit Maastricht. Hoofdredacteur van Fiscaal Praktijkblad.
Cursus VPB-plicht voor overheidsbedrijven
Overheidsactiviteiten worden per 1 januari 2016 belast met vennootschapsbelasting (VPB), tenzij deze een vrijstelling kunnen genieten. In welke situaties leveren de nieuwe regels straks daadwerkelijk belastingplicht op? En wat heeft de eventuele belastingplicht voor praktische gevolgen, voor bijvoorbeeld de administratie? Vragen waar u tijdens de 3-daagse cursus VPB-plicht voor overheidsbedrijven antwoord op krijgt. Paul Flutsch is één van de docenten van deze cursus. Meer informatie vindt u op de website van VPB-plicht voor overheidsbedrijven