Jeugdprostitutie en loverboys, naar een totaal aanpak

Door Frank van Summeren, congres- en opleidingsmanager Jeugd en Veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid en organisator van de verdiepingsdag Jeugdprostitutie en loverboys.

Jeugdprostitutie is een veel voorkomend probleem in Nederland. Jaarlijks maken enkele honderden slachtoffers melding van misbruik en uitbuiting door loverboys. Naar verwachting is dit slechts het topje van de ijsberg.  Er bestaan talloze initiatieven voor de aanpak van loverboys, maar het is vooralsnog onduidelijk welke maatregelen in de praktijk werken. In deze publicatie lichten we een tweetal beproefde initiatieven toe, gericht op het voorkomen van jeugdprostitutie en de opvang en nazorg van slachtoffers.

Loverboys en methodieken

Loverboys vormen een bijzondere variant van het op één na oudste beroep van de wereld: het souteneurschap. Ze worden omschreven als jongemannen die hun relatie met meisjes of vrouwen gebruiken om ze in de prostitutie te brengen en te exploiteren.[1] Het zou veelal gaan om laagopgeleide Nederlandse jongemannen met een allochtone achtergrond die bekend zijn bij politie en justitie. Ze zouden zich vaak niet verantwoordelijk voelen voor hun daden, weinig respect tonen voor vrouwen, sociaal vaardig zijn en sterk manipuleren.[2] De term ?loverboy? die wordt gehanteerd voor een souteneur met een dergelijke werkwijze is echter misleidend. De term lijkt te duiden op een nieuw fenomeen, maar deze variant van soutenage bestaat al eeuwen. Het klassieke patroon van hun werkwijze wordt in werkelijkheid lang niet altijd gevolgd. In de praktijk komen verschillende variaties en gradaties van dit pooierschap voor. Bovendien domineert het slachtofferperspectief in de media en het publieke debat rondom de loverboysproblematiek, terwijl het gaat om verdorven relaties tussen mannen en vrouwen die beiden een rol hebben in de ontwikkeling van prostitutieactiviteiten.[3]

 

Daderprofiel van de hedendaagse loverboy[4]
Het merendeel van de daders is een allochtone Nederlander.
Een groot deel van de daders is Nederlander van Marokkaanse afkomst.
Leeftijd tussen de 20 en 30 jaar.
Laag opgeleid (vaak alleen middelbare school).
Bekend bij politie en justitie voor geweldsdelicten en vermogensdelicten.
Sociaal vaardig (vlotte babbel).
Geen schuldgevoelens en weinig inlevingsvermogen.
Externe locus of control (ze zien anderen als verantwoordelijke voor hun daden en omstandigheden).

 

Geen slachtoffers?

Wie zijn eigenlijk de slachtoffers van loverboys? Veel meiden en hun ouders denken dat hun dit niet zal overkomen. Dit blijkt een misvatting. In principe kan iedere jongere slachtoffer worden van een loverboy. Daar staat tegenover dat er wel categorieën jongeren zijn die een verhoogd risico lopen om slachtoffer te worden van een loverboy. Zo vergroot aantasting van het sociale netwerk van een jongere de kans om (opnieuw) slachtoffer te worden van een loverboy. Loverboys proberen het

(potentiële) slachtoffer doorgaans uit hun sociale omgeving te halen zodat zij voor hulpmiddelen volledig op de loverboy is aangewezen. Op die manier ontstaat een afhankelijkheidsrelatie die door de loverboy kan worden uitgebuit.[5]

 

Slachtofferprofiel[6]
Jongeren die om verschillende redenen tijdens de pubertijd in conflict komen met hun ouders, zonder dat er sprake is van ernstige ouderproblematiek (bijvoorbeeld ontworstelen aan overmatige bescherming en ontmoeting foute vrienden).
Zeer beïnvloedbaar, als gevolg van verstandelijke beperking of een psychiatrisch beeld (bijvoorbeeld een afhankelijkheidsstoornis in ontwikkeling).
(Ernstige) traumatische ervaring als gevolg van verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik (het betreft hier bijvoorbeeld meiden met een relatieverslaving om liefdes-leegheid op te vullen).
Multi-problematiek als gevolg van ernstige ouderproblematiek (hier kan het gaan om hechtingsproblemen, uithuisplaatsingen, schoolproblemen, zelfbeeld en waardering, een gebrekkig sociaal netwerk).

 

Problemen bij de aanpak van loverboys: toen en nu

De loverboy werd ?ontdekt? in 1995 toen de Utrechtse politie vier mannen aanhield die jonge meisjes hadden geworven voor de prostitutie door ze verliefd op hen te laten worden. Tijdens de rechtszaak stonden de misbruikte meisjes echter buiten met de spandoeken ?laat onze lieffies vrij?. Sindsdien zijn er in Nederland tientallen rechtszaken gevoerd tegen loverboys. De hulpverlening ontwikkelde door de jaren heen verschillende initiatieven gericht op preventie en opvang, waarbij het opvalt dat de preventieprojecten alleen doelen op (potentiële) vrouwelijke slachtoffers en niet op mannelijke daders.[7] [8] Ook de wetenschap leverde een bijdrage met empirische onderzoeken naar de aard en omvang van het probleem.[9] [10] [11] Het criminaliteitsprobleem blijkt echter moeilijk aan te pakken. Meisjes doen geen aangifte bij de politie voor dwang of mishandeling en justitie beschikt niet over een apart wetsartikel dat de rol als loverboy verbiedt.

 

Gevaarlijke Liefde

Ondanks de geconstateerde knelpunten zien we in het land goede initiatieven om jeugdprostitutie tegen te gaan en waar mogelijk te voorkomen. Humanitas Eindhoven tracht in het project Gevaarlijke Liefde met outreachende preventieve (objectieve, interactieve en niet sensationele) voorlichting door opgeleide vrijwilligers aan jongeren en hun ouders, docenten, hulpverleners en intermediairs, te voorkomen dat jongeren in handen vallen van loverboys en in de jeugdprostitutie terecht komen. Daarnaast worden praktische tips gegeven aan de jongeren over wat zij kunnen doen en waar zij terecht kunnen (meldpunt) als zij of een vriendin in aanraking komt met een loverboy.[12] De noodzaak van goede voorlichting blijkt uit een onderzoek van Comensha (meld- en coördinatiecentrum  voor mensenhandel) naar jeugdprostitutie, waarin naar voren komt dat wekelijks bijna 6 jeugdigen (veelal jonge meiden) in de handen vallen van loverboys.[13]

“Het probleem is dat heel veel mensen niet zo goed weten wat ze kunnen doen tegen een loverboy. Terwijl er veel jongeren slachtoffer kunnen worden van een loverboy. Het is de vraag wat je hier aan kunt doen. Ik denk dat we met goede voorlichting veel jongeren bewust kunnen maken van deze problematiek. Hiermee kunnen we het risico verkleinen dat deze jongeren slachtoffer worden van een loverboy.” (Mariëlle Nollen, projectleider Gevaarlijke Liefde, Humanitas Eindhoven).

Naast de preventieve voorlichting is er op initiatief van Humanitas Eindhoven, in samenwerking met diverse ketenpartners, een maatjesproject opgezet voor (potentiële) slachtoffers van loverboys. De maatjes van Humanitas worden in verschillende fasen in de ketenaanpak ingezet. Preventief bij begeleiding van risicomeiden, bij signalering (bijvoorbeeld in het groomingsproces waarin de loverboy het vertrouwen van de jongere probeert te winnen) en als maatjes nazorg zodra het slachtoffer bevrijd is uit het Loverboy-circuit.[14] Bij het maatjescontact bieden vrijwilligers vriendschappelijk contact, praktische ondersteuning, een luisterend oor en de mogelijkheid om leuke activiteiten te ondernemen aan slachtoffers van loverboys en risicomeiden. Met het maatjescontact wil Humanitas Eindhoven deze meiden stimuleren om weer deel te nemen aan de maatschappij,hun isolement helpen doorbreken en ondersteuning bieden bij hun ontplooiing en ontwikkeling. Door de ondersteuning van een maatje kunnen de meiden weer zelfvertrouwen krijgen, een sociaal netwerk opbouwen en weer op eigen benen staan.[15]

 

Fier Fryslân, de keten onder één dak

Fier Fryslân, het landelijk expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld en afhankelijkheidsrelaties, biedt slachtoffers van loverboys beschermde opvang en behandeling. Fier Fryslân richt zich met name op slachtoffers met complexe problematiek waarbij reguliere hulp uit de eigen regio niet toereikend is. Meiden die te maken hebben (gehad) met seksueel grensoverschrijdend gedrag ontvangen hier een integraal zorgprogramma om aan hun problematiek te werken. Dit integraal zorgprogramma bestaat uit individuele en groepsgerichte nazorg, waaronder lotgenoten groepen, weerbaarheidstrainingen, individuele therapie, lichaamsgerichte therapie, systeemtherapie en hulpverlening via social media.

 

Zorgprogramma: samenhangende en totaal aanpak[16]
Crisisopvang
Veiligheid en bescherming (samenwerking met politie)
Kleinschalige groepen
Helder en eenduidig pedagogisch basisklimaat
Individuele begeleiding
Praktische hulpverlening
Onderwijs/ leren op afstand
Trauma gerelateerde diagnostiek en behandeling
Systeemgerichte werkwijze

 

Naar een totaal aanpak

Met goede hulpverlening alleen zijn we er niet, een totaal aanpak van jeugdprostitutie en loverboys is noodzakelijk. Momenteel worden overal in het land afzonderlijke programma’s ontwikkeld door instanties die niet of nauwelijks met elkaar samenwerken. Dit terwijl deze complexe problematiek vraagt om een integrale (keten)benadering. Instanties die zicht richten op preventie door middel van voorlichting, vroegsignalering en begeleiding van risicomeiden dienen hun kennis met elkaar te delen om gezamenlijk tot een doordachte aanpak te komen. Naast potentiele slachtoffers, kunnen ook potentiele daders in het vervolg onderdeel uitmaken van deze preventieprojecten. Kennisdeling en onderlinge samenwerking door politie en justitie is ook van belang op het niveau van repressie middels opsporing en vervolging van daders en bescherming van slachtoffers. Dit geldt tenslotte ook voor instanties die slachtoffers van deze moderne pooiers nazorg en opvang bieden. Een intensivering van de samenwerking is nodig om een consistent en betrouwbaar beeld te krijgen van de aard en omvang van de problematiek, om informatie met elkaar uit te wisselen en (waar mogelijk) van elkaar te leren. Doen we dit niet dan bestaat de kans dat de  aanpak van jeugdprostitutie en loverboys blijft steken in goede bedoelingen.

 

Meer weten?

Op de verdiepingsdag Jeugdprostitutie en loverboys hoort u van o.a. Corinne Dettmeijer, Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen kinderen, hoe u komt tot een integrale ketenaanpak van jeugdprostitutie en loverboys.

 

Frank van Summeren is Congres- en Opleidingsmanager Jeugd en Veiligheid bij Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid  en organisator van de verdiepingsdag Jeugdprostitutie en loverboys.

Tim Seegers volgt momenteel de Master Besturen van Veiligheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en deed onderzoek naar de aanpak van jeugdprostitutie en loverboys.


[1] Bovenkerk, F. e.a. (2004) ?Loverboys? of modern pooierschap in Amsterdam, Utrecht: Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen.

[2] Van Dijke, A. en L. Terpstra (2005) Loverboys: feiten en cijfers. Een quick scan, Amsterdam: SWP.

[3] Bovenkerk, F. e.a. (2006) Loverboys of modern pooierschap, Amsterdam: Augustus.

[4] Van Dijke, A. en L. Terpstra (2005) Loverboys: feiten en cijfers. Een quick scan, Amsterdam: SWP.

[6] Movisie (2009) Factsheet. Meisjesprostitutie: feiten en cijfers.

[7] Bovenkerk, F. e.a. (2004) ?Loverboys? of modern pooierschap in Amsterdam, Utrecht: Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen.

[8] Bovenkerk, F. e.a. (2006) Loverboys of modern pooierschap, Amsterdam: Augustus.

[9] Bullens, R.A.R. en J.E. van Horn (2000) ?Daad uit “liefde”; gedwongen prostitutie van meisjes?, in: Justitiële Verkennigen, 26 (6): 25-41.

[10] Van Lune, G. (1997) De fuik als opvangnet: een verkenning naar de achtergronden en oorzaken van jeugdprostitutie, Groningen: Rijksuniversiteit Groningen (vakgroep Sociologie).

[11] Venicz, L. en I. Vanwesenbeeck (1998) Aard en omvang van (gedwongen) prostitutie onder minderjarige (allochtone) meisjes. Utrecht: NISSO.

[12] Themamiddag ‘Jeugdprostitutie en loverboys’, 23 juni 2011.

[13] Comensha (2008, 2009) Jaarverslag.

[15] Themamiddag ‘Jeugdprostitutie en loverboys’, 23 juni 2011.

[16] Themamiddag ‘Jeugdprostitutie en loverboys’, 23 juni 2011.

Over Josselin

Bekijk ook

Cybermaatregelen in meer sectoren maken Nederland en EU digitaal veiliger

Beter beveiligde netwerk- en informatiesystemen en een meldplicht voor ernstige cyberincidenten moeten de digitale veiligheid …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *