Sinds de aanslagen op 11 september 2001 hebben onderzoekers zich massaal op het onderwerp ‘terrorisme’ gestort. De aanslagen op de ‘Twin Towers’ in New York hebben een diepe impact gehad op het onveiligheidsgevoel van de Westerse wereld. De Verenigde Staten maakte voor het eerst kennis met grootschalige terroristische aanslagen waar vele onschuldige burgers het slachtoffer van zijn geworden. Terrorisme is daardoor bovenaan de politieke agenda komen te staan.
Osman Çatik, eigenaar van Derwish Advisory, adviseert bestuurders, beleidsambtenaren en politieagenten over complexe (sociale) veiligheidszaken en maatschappelijke participatie.
Noodzaak en effectiviteit contraterrorisme
In de jaren na 2001 hebben nationale regeringen en internationale organisaties, zoals de VN en de EU, talloze wetten en maatregelen aangenomen om het nieuwe terrorisme te bestrijden (De Graaf, 2010). Tussen alle bedrijven door klonken er wel stemmen die zich afvroegen wat de effectiviteit was van alle nieuwe maatregelen. In Nederland presenteerde in 2009 een commissie van externe deskundigen onder leiding van de jurist J.J. Suyver de uitkomsten van hun onderzoek. Hij concludeerde dat het Nederlandse kabinet nauwelijks had stilgestaan bij de noodzaak en de effectiviteit van alle nieuwe contraterrorisme maatregelen na 2001 (De Graaf, 2010).
Grootschalige aanslagen
Ook nu, zestien jaar na de gebeurtenissen op 11 september, blijft het onderwerp terrorisme populair onder wetenschappers en politici. Dit mede door de daaropvolgende grootschalige aanslagen zoals die op Bali in 2002, in Madrid in 2003, in Beslan in 2004 en in Londen in 2005. Met de opkomst van IS(IS) in 2013 hebben we in diverse Westerse landen -maar vooral in Turkije- vele aanslagen zien gebeuren.
Terroristisch geweld op Nederlandse bodem
Op Nederlandse bodem hebben we kennis gemaakt met terroristisch geweld door gebeurtenissen als de politieke moord op P. Fortuyn (2002), de moord op de columnist en programmamaker T. van Gogh (2004) en de reeks aanhoudingen van personen die deel uitmaakten van de Hofstadgroep (2002-2010). Na de veroordeling van leden van de Hofstadgroep en Samir A. kwam terroristisch geweld in Nederland in 2006 nog maar incidenteel in de publieke aandacht (AIVD, 2014). Maar sinds 2013 tot aan nu is dat ‘explosief’ gestegen: er gaat geen dag voorbij of je leest wel iets over extremisme en terreur. Het onderwerp is ook een goed betaalde kost geworden voor de overheid (we hebben zelfs een ministerie van Veiligheid en Justitie), bedrijven die brood zien in ‘veiligheid’ en een afzetmarkt hebben gerealiseerd, mede dankzij de sponsoring van de overheid, en de inwoners van Nederland die wellicht verward raken en onrustig worden van alle geweldsberichten. Beatrice de Graaf stelt dat de burger verward is geraakt vanwege een drietal factoren: de burger wordt bestuurd door securitisering, de burger wordt beïnvloedt door de media en de burger wordt onzeker door dit alles. Laten we eens inzoomen op de invloed van de media.
Invloed media
Tegenwoordig heeft iedereen de beschikking over verschillende soorten media die hem of haar in real time op de hoogte houden van bijvoorbeeld aanslagen en incidenten en waarmee hij of zij ook zelf een directe bijdrage aan de nieuwsvoorziening kan leveren. Dit maakt het communiceren en het verspreiden van informatie erg gemakkelijk, toegankelijk en laagdrempelig, zo ook voor de jihadstrijders en extremisten. Diverse losse kleine netwerken komen op deze manier met elkaar in contact. De invloed van media op het publiek lijkt daarmee tegenwoordig krachtiger te zijn dan ooit. Daarnaast kan je je de vraag stellen in hoeverre de media zinspelen op de identiteit en ideologische en culturele botsingen tussen de Jihadisten en haar tegenstanders. Wanneer groepen verschillende identiteiten bezitten, zoals verschillen in etniciteit, ras of godsdienst, kan dit leiden tot conflicten, aldus Huntington (1996).
Impact terrorisme
Met dit in mijn achterhoofd zie en lees ik bijvoorbeeld op de website van de Dagelijkse Standaard hoe terreurorganisatie IS(IS) een slavenmarkt voor vouwen had geopend in augustus 2014. Ik zie op een plaatje waarop een stoet personen (ik denk vrouwen) in zwarte gewaden geboeid aan elkaar, achterelkaar over een straatje lopen. Aan de zijkant staat een ander volgesluierde persoon te kijken hoe de keten van zwarte kledij parade voorbij beweegt. Eenvoudig research op het internet laat zien dat de foto echter geheel niets te maken heeft met IS(IS), maar kennelijk wel voldoet aan een bepaalde verbeelding van de redactie om dit wel te gebruiken als visuele ondersteuning bij haar betreffende nieuwskop. Dit krantenartikel illustreert hoe de Dagelijkse Standaard haar lezers wil bereiken: m.i. worden de angstgevoelens voor een onveilige en botsende samenleving onnodig versterkt en uitvergroot. Want geen enkele normaal denkend mens op aarde zal instemmen met zo’n straatbeeld. Inmiddels is de foto verwijderd!
Overheid verliest macht over de media
De Nederlandse overheid is tegenwoordig slechts een van de vele actoren die het nieuws overbrengt aan de samenleving. Dat was in de jaren zeventig zeker in Nederland anders. Toen kon het kabinet de hoofdredacteuren van de dagbladen nog verzoeken bepaalde informatie niet vrij te geven – waaraan de laatstgenoemden vervolgens ook gehoor gaven (De Graaf, 2010). De media organisaties zijn nu goeddeels geprivatiseerd en dienen zowel publieke als commerciële doeleinden. Daarnaast hebben de mediakanalen ook hun eigen ‘belangen’ en de belangen van hun trouwe achterban waarmee rekening gehouden dient te worden. De wijze waarop berichtgeving wordt vormgegeven kan te maken hebben met een vastgestelde communicatiestrategie van een mediaorganisatie. Deze strategie dient dan een bepaald maatschappelijk of politiek doel. Een werkende strategie, bijvoorbeeld het aanwakkeren van angstgevoel voor Jihadisten in de Nederlandse samenleving, kan vergaande gevolgen hebben. Angstgevoelens creëren binnen de Nederlandse samenleving -en dus niet alleen binnen de eigen lezersgroep- vanwege de toegankelijkheid van en de beïnvloeding door de mediaorganisaties, kan het resultaat zijn van zo’n strategie.
Framing, een strategie om problemen te veroorzaken?
Het lijkt erop dat de samenleving door beïnvloeding, beeldvorming en angstgevoelens voor de terreurgroep IS(IS) in een sneller tempo verhardt. Media organisaties spelen daarbij een belangrijke rol. Verslaggevers en redacties bepalen goeddeels of een item of issue nieuwswaardig is of niet. Zij bepalen ook of een nieuwsbericht met de daarbij behorende nieuwskop in een negatief daglicht geplaatst wordt of niet. Dit heeft mogelijk invloed op de lezers en op hun onveiligheidsgevoelens. Of daarmee de angstgevoelens en het gevoel van onveiligheid worden opgelost, valt te betwijfelen. Sociologisch onderzoek in 1965 wees uit dat spanningen en conflicten tussen gevestigden en buitenstaanders niet zozeer hun oorzaak hebben in etnische of religieuze verschillen, maar eerder te maken hebben met de angst van de gevestigden, dat hun leefwereld zal verdwijnen en dat zij dan aan macht zullen inboeten (De Graaf, 2010).
Bladen maken ook gebruik van framing. Framing is het inkaderen van berichtgeving over een actor of issue. Er wordt een kader omheen geplaatst. Daardoor worden sommige zaken binnen een beeld geplaatst en andere beelden erbuiten (Aarts & Van Woerkum, 2010). Een frame kan worden aangeduid als een geconstrueerde werkelijkheid. Het proces van framing heeft betrekking op het voorstellingsproces van de lezer. De media en bladen kunnen door verschillende technieken te gebruiken, hun lezers meenemen en een beeld creëren op de bestaande realiteit.
Probleemstelling
De centrale vraag voor een goed onderzoek zou kunnen luiden: op welke wijze de geschreven media berichten over jihadstrijders en welke gevolgen de berichtgeving heeft op de onveiligheidsgevoelens van de lezers. Wanneer is een berichtgeving gegrond? Welke beelden roept de berichtgeving op bij de lezer? In mijn volgende blog zal ik verder ingaan op de probleemstelling.
Meer weten?
Op het congres Radicalisering en terrorisme leert u hoe u misstanden veroorzaakt door (ideologische) radicaliserende groeperingen voorkomt.
Op de cursus Bestuurlijke aanpak van radicalisering en terrorisme leert u hoe u komt tot een integrale aanpak van (ideologische) radicaliserende groeperingen.
Literatuur
Aarts, N. en Woerkum, C. van (2010). Strategische communicatie. Principes en toepassingen.
Algemeen Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. (2014). Transformatie van het jihadisme in Nederladn. Zwermdynamiek en nieuwe slagkracht.
Graaf, B. de (2010). Theater van de angst. De strijd tegen terrorisme in Nederland, Duitsland, Italië en Amerika.
Graaf, B de (2010). Waar zijn wij bang voor? Veiligheidsdenken en de angst voor de ander.
Huntington, S. (1996). The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order.
Website Dagelijkse Standaard. (2014, November 15). ISIS opent slavenmarkt voor vrouwen. Opgehaald van: http://www.dagelijksestandaard.nl/2014/08/isis-opent-slavenmarkt-voor-vrouwen