Politie is zo lek als een mandje: criminelen profiteren

De Nationale Politie kent tal van zwakke plekken en daar maakt de georganiseerde misdaad in Nederland dankbaar gebruik van. Dat blijkt uit een schokkend onderzoeksrapport Georganiseerde Criminaliteit en Integriteit van Rechtshandhavingsorganisaties, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Screening

De screening van politiemensen laat ernstig te wensen over, het is kinderspel voor agenten om aan gevoelige informatie te komen en politiechefs grijpen nauwelijks in. Zware criminelen maken daarvan gebruik: ze schurken steeds dichter tegen de gewone agent op straat aan, om die voor zijn karretje te spannen.

Gevoelige informatie

De politie beschikt digitaal over steeds meer gevoelige informatie en agenten kunnen die informatie, bijvoorbeeld via hun diensttelefoon, overal en op elk moment raadplegen. ‘De klacht is dat steeds minder medewerkers worden onderworpen aan de zwaardere vormen van screening’, schrijven de onderzoekers. Ook zijn de zwaardere vormen van screening minder streng geworden en vindt tussentijdse screening te weinig plaats.

Spagaat

De onderzoekers keken naar 256 signalen van ernstige integriteitsschendingen – in relatie tot de georganiseerde criminaliteit – bij politie, douane, Koninklijke Marechaussee en FIOD. In 80 van de 256 gevallen is corruptie bewezen, wat vaak leidde tot strafrechtelijke vervolging of ontslag. De politie springt de afgelopen vier jaar in het oog. Foute agenten schenden meestal hun ambtsgeheim of onderhouden ongewenste contacten met criminelen. Als oorzaak noemen de onderzoekers dat agenten veel in contact moeten staan met inwoners van een dorp of wijk, maar dat ze óók afstand moeten houden van zware criminelen. ‘Dat is een spagaat waar niet iedereen goed uitkomt.’

Allochtone agenten

Uit het onderzoek blijkt dat allochtone agenten relatief gezien het vaakst in zee gaan met criminelen. Dat komt doordat de kans dat zij in hun familie- en vriendenkring iemand kennen met een criminele achtergrond groter is dan bij autochtone agenten. ‘De betrokken ambtenaren worden hierdoor geconfronteerd met het probleem van de dubbele loyaliteit: de sterke banden met de eigen achterban mogen niet worden verloochend, maar tegelijkertijd bekleden zij in de handhavingsorganisatie die meer diversiteit in haar geledingen wil aanbrengen een voorbeeldfunctie’, zo staat in het rapport.

Leren van incidenten

Ondertussen leert de politie amper iets van corruptieschandalen. ‘Zaken die zijn afgerond worden nog niet stelselmatig besproken binnen het onderdeel waar de schending zich voordeed en al helemaal niet breder’. Bij de douane en de Koninklijke Marechaussee gebeurt dat wél.

Elkaar dekken

Agenten spreken elkaar nog veel te weinig aan op fouten en mogelijke verdenkingen van corruptie. De commissie-Ruys – die de geldsmijtrel bij de Centrale Ondernemingsraad van de politie onderzocht – constateerde eerder deze week al dat agenten elkaar ‘dekken’. Ook het voorbeeldgedrag van leidinggevenden is volgens dit nieuwe onderzoek ‘voor verbetering vatbaar’. Chefs spreken agenten niet altijd aan op ongewenst gedrag. ‘De aandacht voor integriteit als een leiderschaps- of managementissue raakt ondergesneeuwd als gevolg van alle andere prioriteiten waarvoor leidinggevenden zich gesteld zien’, schrijven de onderzoekers.

Politiemol

Dit onderzoek volgde na een reeks corruptieschandalen bij de politie. Onder meer dat van politiemol Mark M., die vele tonnen zou hebben verdiend met het doorspelen van geheime informatie aan criminelen. Na de zaak van Mark M. stelde de politietop een reeks maatregelen voor om vaker en beter te controleren wie welke informatie opvraagt uit de politiesystemen.

Weerstand

Ook daarover is dit nieuwe onderzoek kritisch: ‘Deze voorgestelde maatregelen blijken – althans binnen de politie – echter ook op de nodige weerstand te stuiten, omdat zij in de beleving van menig politiemedewerker haaks staan op het uitgangspunt van het vertrouwen in elkaars integriteit.’

De onderzoekers schetsen een beeld van de gemiddelde, corrupte agent. Het gaat vaak om dienders met weinig zelfcontrole, die slecht kunnen omgaan met tegenslag en frustraties. Ook worden ze gedreven door een hang naar een avontuurlijker, meeslepender en soms luxueuzer bestaan.

Achterliggende problemen onderzoeken

Korpschef Erik Akerboom laat in een reactie weten dat hij de achterliggende redenen van de problemen verder wil onderzoeken. Akerboom gaat tevens in op de conclusies ten aanzien van politiemensen met een migratieachtergrond. ,,Het gaat weliswaar om kleine aantallen, maar elke integriteitsschending is er een te veel. Onze organisatie beseft dat individuen en groepen kwetsbaar kunnen zijn, bijvoorbeeld vanwege zogenaamde dubbele loyaliteiten en groepsdruk.”

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Monitor Integriteit en Veiligheid: agressie en intimidatie richting politiek ambtsdragers blijft zorgelijk

Maar liefst 45% van alle decentrale politieke ambtsdragers zoals burgemeesters, Statenleden, raadsleden en waterschapsbestuurders kreeg …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *