Aan het woord zijn acht experts
Op 1 juli trad de nieuwe Wet Bibob in werking. Wat betekent deze wetswijziging voor u en uw organisatie?
Ontwikkelingen bij het Landelijk Bureau Bibob
In het najaar 2013 schenkt het Landelijk Bureau Bibob aandacht aan het 10-jarig bestaan van de Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur), onder andere door het organiseren van een conferentie met als thema “10 jaar Bibob: Zuiver zaken doen”. In de afgelopen 10 jaar heeft het Bibob-instrument zich bewezen als een nuttig en doeltreffend middel om de facilitering door de overheid van georganiseerde criminaliteit tegen te gaan. Het Bureau heeft daaraan kunnen bijdragen door het verstrekken van kwalitatief hoogwaardige, uniforme Bibob-adviezen aan het openbaar bestuur. Politie, justitie en de Belastingdienst zijn daarbij zeer waardevolle partners gebleken. De expertise van het Bureau is in de loop der jaren toegenomen en dat heeft geresulteerd in een “slagingspercentage” van meer dan 90% van zaken die door de rechter worden beoordeeld. Dat wil zeggen dat de beslissing van het openbaar bestuur, gebaseerd op een Bibob-advies, in vrijwel alle gevallen overeind blijft. Het bestuur kan zich met een gerust hart verlaten op het Bibob-advies van het Bureau.
De verwachting is dat het Bibob-instrument in de toekomst nog vaker ingezet zal worden. Op 1 juli 2013 is de Wet Bibob namelijk aangepast: nog meer branches vallen onder de Wet Bibob (zoals vastgoedtransacties), en bestuursorganen krijgen meer mogelijkheden om zelf een gedegen onderzoek in te stellen naar degene met wie zij zaken willen doen. Met name wordt het makkelijker voor politie en justitie om informatie te delen met bestuursorganen die de Wet Bibob toepassen. In complexe zaken, met name de zaken waar sprake is van een vermoeden van criminele activiteiten bij een zakelijke partner van degene die een verzoek bij het bestuursorgaan doet, zal de noodzaak van het aanvragen van een Bibob-advies blijven bestaan. Het Bureau kan meer gesloten bronnen ontsluiten dan het openbaar bestuur en zorgt ervoor dat de feiten en omstandigheden van de zaak op eenduidige manier worden gewogen en beoordeeld.
Marie-Claire Breet, adviseur bij het Landelijk Bureau Bibob van het ministerie van Veiligheid en Justitie, adviseert bestuursorganen over de implementatie en toepassing van de wet bibob
Uitbreiding wet Bibob
Met de uitbreiding van de Wet Bibob kunnen gemeenten alle gemeentelijke vergunningen aan een Bibob-toets onderwerpen. Uitdaging daarbij vormt dat veel vergunningen vaak door afdelingen worden verstrekt, die nog redelijk onbekend zijn met de toepassing van de Wet Bibob. Soms hebben deze afdelingen geen oog voor de bestuurlijke aanpak van zware of georganiseerde criminaliteit. De komende periode zullen de Bibob-ambtenaren daardoor ook veel tijd besteden aan het bijscholen van de eigen collega’s.
Een andere noviteit uit de wetswijziging is dat de betrokkene een afschrift van het Bibob-advies ontvangt. Daarmee dient de zorgvuldigheid, waarmee een Bibob-advies tot stand komt, met nog strengere waarborgen omkleed te zijn.
De afgelopen jaren is een trend waar te nemen bij aanvragers van vergunningen die in aanraking komen met de Wet Bibob: criminelen raken steeds bekender met de Wet Bibob en zorgen er steeds vaker voor dat een aanvraag er ‘gelikt’ uitziet. Daardoor wordt de samenwerking tussen gemeenten met het OM en opsporingsinstanties nog belangrijker, om bijvoorbeeld na afloop van een succesvol strafrechtelijk onderzoek ook eventuele vergunningen in te kunnen trekken.
Jaap van Leeuwen, bestuurlijk beleidsmedewerker bij de gemeente Den Haag, verantwoordelijk voor het bibob beleid in de gemeente Den Haag
Voordelen van de nieuwe wet Bibob
“Met de huidige Wet Bibob kunnen overheden de achtergrond van een bedrijf of persoon onderzoeken voordat een vergunning of een subsidie wordt gegeven of een overheidsopdracht wordt gegund. De vergunning, subsidie of opdracht kan worden geweigerd als blijkt dat er sprake is van criminele antecedenten of onduidelijke financiële constructies. Zo wordt voorkomen dat de overheid ongewild criminaliteit ondersteunt en dat er een vermenging van boven- en onderwereld ontstaat. Bij het onderzoek naar de achtergrond van een bedrijf of persoon kan de gemeente hulp vragen aan het Landelijk Bureau Bibob, dat een advies uitbrengt.”
“De Bibob-wetgeving geldt alleen voor bepaalde branches en activiteiten: bij horeca-, bouw-, afval- en transportvergunningen, in de transportbranche, bij woningbouwcorporaties, coffeeshops, bordelen en smart- en growshops. Voor aanbestedingen geldt de Wet Bibob in de branches bouw, milieu en ICT. Na de uitbreiding komen daar het exploiteren van speelautomaten, het importeren van vuurwerk, headshops en vastgoedtransacties met een overheid (als civiele partij) bij.”
“Met een aantal verbeteringen en aanpassingen wordt de wet Bibob voor gemeenten eenvoudiger te hanteren. Ook wordt de rechtsbescherming van bedrijven en personen verbeterd. Bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak kunnen rechtstreeks justitiële en strafvorderlijke gegevens van betrokkenen ontvangen ten behoeve van beslissingen in de BIBOB-sectoren. Bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak kunnen bij het Bureau Bibob opvragen of eerder over bedrijven of personen een Bibob-onderzoek is ingesteld. De RIEC’s (Regionale Informatie en Expertisecentra) kunnen inzage krijgen in de Bibob-dossiers en daarmee gemeenten ondersteuning bieden bij de toepassing van de Wet Bibob. De termijn voor het landelijk Bureau BIBOB om een advies te geven wordt verlengd van vier naar acht weken, met een verlengingsmogelijkheid van vier weken. De externe commissies bezwaar en beroep van gemeenten krijgen de mogelijkheid een afschrift het Bibob-advies van het landelijk Bureau Bibob te ontvangen. Wie bezwaar maakt tegen een weigering van een vergunning, subsidie of opdracht, krijgt recht op een afschrift van het advies van het landelijk Bureau Bibob.”
Hein Maas, juridisch en beleidsadviseur voor (lokale) overheden en voormalig projectleider Bibob bij het RIEC Zuidoost Brabant, begeleidt en adviseert justitie, politie en gemeenten bij de bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad
De opkomst van de Regionale Informatie en Expertise Centra
Sinds 2009 zijn de RIEC’s operationeel. Een Regionaal Informatie en Expertise Centrum is een samenwerkingsverband van overheidspartijen die samen de georganiseerde misdaad aanpakken. Het motto van de RIEC’s is: “Een georganiseerde overheid tegen de georganiseerde misdaad”. De essentie in deze RIEC’s zit in het delen van informatie en het afstemmen van interventies. Wie heeft de sterkste kaart en wie kan ‘leading’ zijn? Het RIEC en de experts die daar werkzaam zijn kunnen u als gemeente helpen om de elementen van georganiseerde criminaliteit in uw gemeente georganiseerd aan te pakken met toepassing van een palet aan instrumenten vanuit het bestuursrecht, belastingrecht en strafrecht. Met een integrale aanpak binnen RIEC-verband kan een interventie veel effectiever en doeltreffender worden dan in een monodisciplinaire benadering.
Henk de Vries, adviseur bibob bij het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Rotterdam, waar gemeenten, de provincie, het openbaar ministerie, de politie, de belastingdienst en de douane samenwerken aan de aanpak van georganiseerde misdaad
De kracht van de integrale veiligheidsketen
Een belangrijke ontwikkeling is de groei in het integraal denken en werken bij veiligheidspartners. Het is relatief gemakkelijk voor te stellen dat een integrale aanpak door een ieder meer en meer wordt voorgestaan. De praktijk ervaring is dat dit een langzaam groeiproces is, waarbij voortdurend geïnvesteerd moet worden door een ieder. In houding en gedrag elkaar spiegelen op het bouwen van een goede informatiehuishouding. Een informatiehuishouding van een veiligheidspartner die gekenmerkt wordt door de mogelijkheden van een integraal overheidsgebruik. Een informatiehuishouding waarbij de kwantiteit en kwaliteit van gegevens uiteindelijk buiten enige discussie staat. In de komende periode zal steeds meer duidelijk worden ‘wie’ als veiligheidspartner hier geen of onvoldoende invulling aan wil geven. Dit zal met name zichtbaar worden op de (integrale) informatiepleinen. De veiligheidsketen is zo sterk als de zwakste veiligheidsschakel. Om deze integrale veiligheidsketen ’te smeden’ is niet zozeer een BIBOB wijziging noodzakelijk, alswel een bewustwordings(r)evolutie van een ieder. De rode draad is dat er geen sprake meer is van ‘eigen’ informatie. De maatschappij is pas echt gediend als je als ambtenaar werkt aan een goede informatiehuishouding met een integrale toepasbaarheid.
Ton Slingerland, projectleider bij het RIEC Zuid-West Nederland, hiervoor was hij projectleider bij het Landelijk Informatie en Expertise Centrum in de ontwikkeling van een methodiek voor een Bestuurlijk CriminaliteitsBeeld Analyse
Samenwerken aan bibob vraagstukken
De verbreding van Bibob maakt, dat meer afdelingen en partners ermee in aanraking komen. Voor Bibob-adviseurs een uitdaging om deze partners mee te nemen in de verandering. Samenwerken aan veiligheidsvraagstukken vraagt vertrouwen tussen spelers. Toepassing in nieuwe sectoren vraagt om nieuwe beleidskaders, gedragen uitgangspunten en betrokkenheid.
Hoe ga je als adviseur om met deze verandering? Welke uitdagingen brengt dat met zich mee in je adviezen? Hoe sluit je aan op, voor jou nieuwe, beleidsthema’s en neem je de betrokkenen mee vanuit jouw belangen?
Vanuit de dagelijkse adviespraktijk ervaar ik, dat het samen verkennen en ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden, draagvlak en de betrokkenheid verhoogt. Gezamenlijk brainstormen over toepassingsgebieden, effecten van inzet van Bibob bespreken en samen bepalen hoe je die inzet, maken dat de thematiek gaat leven. En dan kunnen we de mogelijkheden ook effectief inzetten.
Mark Albers, adviseur veiligheid en innovatie bij Van Aetsveld, adviseert en begeleidt politie, justitie en gemeenten bij de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit
Informatie-uitwisseling en samenwerking met de wet Bibob
Een trend in bestuurlijke controle op georganiseerde criminaliteit is dat criminelen richting kleinere gemeenten en het buitenland trekken vanwege de minder stringente bestuurlijke controle daar. Het dwingt kleinere en buitenlandse gemeenten tot vaker onderzoek doen. De mogelijkheden tot inzage, uitwisseling van gegevens en tippen van belanghebbenden bieden daarvoor handvatten. Deze methoden zijn (deels) nieuw en zullen moeten worden geoefend, ook om effectieve werkprocessen te ontwikkelen. Met het buitenland uitwisselen van gegevens is niet mogelijk via de wet Bibob maar ervaring met gebruik van alternatieven hiervoor tonen aan dat dit veel oplevert. De best practices op dit gebied zullen de komende tijd meer aandacht krijgen en voor ontwikkeling zorgen.
In de slag om effectieve bestuurlijke bestrijding van georganiseerde misdaad zal samenwerking tussen o.a. gemeenten, het landelijke bureau, de driehoek en de RIEC’s bepalend zijn. De uitbreiding van de mogelijkheden om informatie te delen en de eis voor eigen onderzoek vóórdat het landelijk bureau Bibob bevraagd kan worden vereist dat de Bibob coördinator een goede werkrelatie ontwikkelt met andere veiligheidspartners. De Bibob coördinator heeft hun informatie en inzicht nodig om gezamenlijke prioriteiten te kunnen ontwikkelen en de eigen onderzoeken gericht en effectief te laten verlopen. Verbetering van de samenwerking zal de komende tijd meer aandacht krijgen om de effectiviteit van de wet Bibob te verhogen en de doorlooptijd van de advisering te verkorten.
Lucien Stöpler, jurist en organisatiedeskundige, is gespecialiseerd in de samenwerking van veiligheidspartners, adviseert en traint politie, gemeenten, OM, veiligheidshuizen en RIEC’s bij het uitwisselen van informatie
De aanvrager als belangrijke bron van informatie
Ongewild criminaliteit ondersteunen, oneerlijke concurrentie en vermenging van boven- en onderwereld voorkomen. En dat allemaal voorafgaande aan het verlenen van een vergunning, subsidie of het gunnen van een aanbesteding of in vastgoedtransacties met de overheid. Dus wordt de integriteit van de aanvrager nauwkeurig onderzocht en draait alles om informatie over de aanvrager. Echter de aanvrager kan ook zelf als belangrijke bron van informatie worden benut. Op welke wijze wordt het gesprek met de aanvrager voorbereid en wat is het doel van dat gesprek precies? Of op welke wijze kan informatie van derden in het gesprek met de aanvrager worden gebruikt? Hoe kan de aangeleverde informatie van de aanvrager op betrouwbaarheid worden getoetst en hoe leg je dat op een goede wijze vast? Dit zijn belangrijke aandachtspunten bij het verkrijgen van informatie bij de aanvrager.
Riekje Stokes, zelfstandig communicatiedeskundige en recherchepsycholoog, expert op het terrein van verhoormethodieken
Doetse Huizinga, zelfstandig juridisch adviseur veiligheid en docent op de Politieacademie, traint veiligheidsprofessionals op het terrein van verhoor en waarheidsvinding
Meer weten?
Op de opleiding bibob coördinator leert u wat de consequenties van de uitbreiding van de wet bibob zijn voor u en uw gemeente.