De voordelen van landelijke gegevensuitwisseling voor zorgprofessional én patiënt

Je dacht wellicht dat het al lang mogelijk was, maar gegevensuitwisseling van patiëntinformatie in de zorg kan vanaf 5 april 2022 ook écht landelijk dankzij een besluit van VZVZ. De regiobegrenzing van het Landelijk Schakelpunt (LSP) vervalt dan, waardoor medische informatie van patiënten beschikbaar is voor zorgprofessionals in het hele land met een behandelrelatie met de desbetreffende patiënt. Het biedt voordelen voor zowel patiënten als zorgverleners, mede omdat de medische historie van patiënten hierdoor vaker bekend is. Lees verder en ontdek de voordelen van landelijke gegevensuitwisseling van patiëntinformatie voor zorgprofessionals volgens Guido van den Broek, Chief Medical Information Officer en KNO-arts van het Radboudumc, en Alf Zwilling, Senior adviseur corporate communicatie van VZVZ.

Regionale gegevensuitwisseling van patiëntinformatie in de zorg is beperkt

VZVZ is de beheerder van het Landelijk Schakelpunt, een systeem dat haast een miljard berichten per jaar verstuurd naar zorgverleners. Het gaat hierbij om medicatieoverzichten, huisartswaarneemgegevens en ICA-gegevens (intoleranties, contra-indicaties en allergieën). VZVZ heeft in 2013 regionale beperkingen ingevoerd, omdat uit een motie bij het doorzetten van de wet op het landelijk EPD bleek dat er een angst was voor gezondheidsrisico’s door een verschil in terminologie tussen regio’s. De regionale beperking maakte het dus enkel mogelijk om patiëntinformatie uit te wisselen tussen zorgaanbieders met bestaande samenwerkingsverbanden. Dit bleek beperkt te zijn, zo ervaarde Guido van den Broek zelf. Hij werkt onder andere als KNO-arts bij het Radboudumc, een academisch ziekenhuis dat veel patiënten krijgt uit elke zorglijn en dus veel informatie uitwisselt. Systemen die niet tot nauwelijks gegevens uitwisselen zijn dan een groot probleem, zoals blijkt uit een voorbeeld van Guido:

Een patiënt met keelkanker wordt doorverwezen naar het Radboudumc voor een behandeling. De foto is gemaakt in een ander ziekenhuis, waardoor de artsen in het Radboudumc deze niet hebben. Zij vragen toestemming, maar het kost tijd om dat daadwerkelijk te krijgen. De behandeling van de patiënt loopt hierdoor onnodig vertraging op, wat de kwaliteit van de zorg verminderd. Een patiënt krijgt bij het Radboudumc normaal gesproken binnen twee dagen een diagnose, maar dit duurt al snel een week langer als de artsen moeten wachten op informatie. De patiënt heeft dan langer zorgen in afwachting van de diagnose en/of behandeling. Het alternatief is om het onderzoek opnieuw te doen, maar dat is vervelend voor de patiënt en kost geld. De patiënt ervaart dus altijd nadelen van de regionale aanpak.

Het besluit van VZVZ

De regionale aanpak bleek dus niet houdbaar, dat is wel duidelijk geworden tijdens de coronacrisis. De hoge druk op de zorg zorgde ervoor dat patiënten niet altijd terecht konden in hun eigen ziekenhuis. Artsen moesten echter wel op de hoogte zijn van de behandelhistorie, het onderliggend lijden en de medicatie om de triage te bespoedigen en de juiste zorg te bieden. De regionale aanpak is tijdens deze periode tijdelijk opgeheven, dit bleek een succes. Ruim 80% van de aanvragen was succesvol tijdens de opheffing, waar dat voor corona 65% was. Het verschil in terminologie tussen regio’s bleek dus niet te bestaan, waardoor de weg vrij is gemaakt voor landelijke gegevensuitwisseling van patiëntinformatie. De landelijke aanpak zorgt voor snellere, betere triage en dus een betere kwaliteit van zorg.

De voordelen van gegevensuitwisseling van patiëntinformatie in de zorg

Zowel patiënt als zorgverlener profiteren van diverse voordelen dankzij landelijke gegevensuitwisseling van patiëntinformatie. De voordelen voor patiënten zijn:

  • De patiënt hoeft zelf niet op de hoogte te zijn van het medicatieoverzicht en de ICA-gegevens.
  • De triage en behandeling loopt geen onnodige vertraging op omdat er gegevens missen.
  • De behandeling is kwalitatief beter omdat de arts meer informatie heeft.
  • Lagere zorgkosten omdat er geen herhalende onderzoeken uitgevoerd moeten worden.

De patiënt hoeft dus zelf niet op de hoogte te zijn om toch goede zorg te krijgen. Het komt regelmatig voor dat een patiënt niet weet wat hem of haar mankeert, iets vergeet of niet responsief is. Dat is geen probleem wanneer de arts informatie uit een dossier haalt. De arts ervaart daarnaast meer voordelen:

  • De gegevens in het dossier zijn vaak concreter en completer dan een antwoord van een patiënt, waardoor de arts sneller weet wat er aan de hand is.
  • Het is efficiënter en sneller om het medicatieoverzicht, de waarneemgegevens en de ICA-gegevens uit een dossier te halen.
  • De arts heeft alle informatie, waardoor het denktraject verder vorm krijgt en de kans op de juiste diagnose groter is.
  • De relatie tussen arts en patiënt blijft goed, er is namelijk minder onnodige vertraging.

De toekomst van gegevensuitwisseling

Landelijke gegevensuitwisseling via het LSP zorgt er dus voor dat medicatie, waarneemgegevens en ICA-gegevens uitgewisseld kunnen worden tussen bijvoorbeeld huisarts, apotheek en ziekenhuis. Een arts gebruikt het BSN van een patiënt om informatie op te vragen via het platform. De informatie die nu via het platform verzonden wordt, komt met name uit eerstelijnszorg. Dit is de bulk van de informatie en dus een zeer goed begin, maar nog erg beperkt. De basisgegevens in de zorg bestaan uit 26 items, bijvoorbeeld medicatie, allergieën en voorgeschiedenis van diagnoses en operaties. Hier komt een deel van beschikbaar, maar het zou voor zowel patiënt als arts ideaal zijn als alle patiëntinformatie beschikbaar is voor landelijke gegevensuitwisseling. Guido van den Broek pleit er dan ook voor dat alle basisgegevens uitgewisseld kunnen worden. VZVZ is hier volgens Alf Zwilling druk mee bezig, in het kader van het programma Twiin.

Leer meer over de toekomst van data in de zorg

Wil jij meer weten over de manier waarop data de zorg kan vormgeven in de toekomst? Bezoek dan het Data Driven Healthcare congres van SBO. Guido van den Broek is een van de sprekers op dit congres. Hij vertelt meer over het registreren van data in de zorg, zodat het bruikbaar is voor kwaliteitscontrole, om de kwaliteit van zorg te meten en te verbeteren of om te versturen naar zorgverleners via bijvoorbeeld het LSP. Guido bespreekt dus de standaard waarin data geregistreerd moet worden bij de bron, zodat het vervolgens te gebruiken is in de systemen en processen die nu klaar staan. Hij doet dit aan de hand van drie niveaus: mens, proces en systeem. Mensen moeten data namelijk anders noteren, het proces moet herontworpen worden om binnen het systeem te passen en het systeem moet klaar zijn om data te versturen. Dit proces duurt een aantal jaar, Guido van den Broek vertelt je daar graag meer over tijdens het Data Driven Healthcare congres. Meld je direct aan!

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

SPUK: 256 miljoen voor langdurige ondersteuning aan 20 kwetsbare gebieden

De overheid heeft de komende jaren miljoenen vrijgemaakt voor 20 kwetsbare stedelijke gebieden die gelinkt …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *