Veelgestelde vragen tijdens het webinar over stikstof in de bouw

Op 9 februari 2023 vond het webinar ‘Stikstofcrisis: Bedreigingen én oplossingen – De do’s en don’ts voor stikstof in (bouw)projecten’ plaats. Deelnemers kregen in een uur informatie over lessen vanuit een concreet project: Logistiek Park Moerdijk. Tijdens en na het webinar werden vragen gesteld, die niet allemaal beantwoord konden worden. In dit artikel staan alle gestelde vragen, inclusief antwoord van spreker Ruud Broekman.

Vragen en antwoorden over stikstof in de bouw

  1. Hoe hebben jullie buiten een straal van 25km kunnen rekenen? Hebben jullie een ander programma dan AERIUS gebruikt, of intern instelling veranderd?

De berekeningen voor Logistiek Park Moerdijk voor het inpassingsplan zijn nog uitgevoerd voordat de 25 km rekenafstand werd ingevoerd. Toen zat er nog een afkapgrens van 5 km op wegverkeer, maar geen grens op overige bronnen. Daarom hadden we toen een ‘depositieplaatje’ door heel Nederland. Inmiddels ligt dat natuurlijk anders (zo lang de 25 km afkap geldt).

Overigens is het mogelijk om zonder afkap te rekenen, via AERIUS Connect. Dan gaan berekeningen in AERIUS via een Gis-systeem. Hiervoor moet je wel de nodige technische Gis-kennis hebben.

  1. Hoe zit het met cumulatie van effecten? En hoe is dit meegenomen in Logistiek Park Moerdijk?

Cumulatie is alleen belangrijk als je effecten hebt. Dan moet je onderzoeken of jouw (hele kleine) effect wel of niet significante gevolgen heeft samen met andere (hele kleine) effecten. Als je gaat salderen, kom je netto uit op géén stikstofdepositietoename, dus géén effecten. Dan hoef je niet te kijken naar cumulatie.

  1. Jullie hebben dus voor extern salderen geen gebruik gemaakt van latente ruimte die vaak in agrarische vergunningen zitten?

Klopt. Wij hebben niet alleen gekeken naar welke ruimte de vergunningen bieden, maar ook de ruimte die feitelijk gerealiseerd is. Bijv. als een boer een vergunning heeft voor 200 koeien maar een stal voor 150 koeien, dan is gerekend met de 150 koeien. Dit is ook conform de beleidsregels voor extern salderen van de provincies. Inhoudelijk gezien vind ik het overigens ook logisch, want salderen met latente (dus niet gebruikte) ruimte betekent dat je de facto geen stikstof wegneemt. Daarnaast is het ook een juridisch risico: gebruik je latente ruimte dan is de kans groot dat iemand daar iets van vindt in een vergunningprocedure.

  1. Vorige maand is AERIUS geactualiseerd. Ik zie veel berichten over dat er in oost NL nu meer problemen zijn. Hoe zit dat? En welk effect heeft dit?

Eén van de zaken die is geactualiseerd in de huidige versie van AERIUS, is de achtergronddepositie. Dus de depositie die op dit moment plaats vindt. Met nieuwere en meer nauwkeurige gegevens is deze achtergronddepositie herijkt. Daar blijkt uit dat in oost NL (en ook deels zuid NL) sprake is van méér achtergronddepositie. In het westen en noorden van NL is dit juist minder. Dit betekent dat sommige stikstofgevoelige natuur nu wel als overbelast met stikstof wordt beoordeeld terwijl dit voorheen niet was. Of andersom. Het is ‘niets meer dan’ actueler en nauwkeuriger wetenschappelijk inzicht, maar kan wel betekenen dat je nu ineens wel een stikstofprobleem(pje) hebt, of juist niet.

  1. Ik greep uit de pers dat in Brabant al afroming plaatsvindt met 40%. Is dat juist?

Dit is een zeer actuele vraag: na het webinar zag ik dat de provincie Noord-Brabant het nieuwsbericht hierover naar buiten heeft gebracht. Provinciale Staten hebben een motie aangenomen dat de 30% afroming opgehoogd moet worden naar 40%. Dat klopt dus en dit heeft inhoudelijk serieuze effecten op lopende of in voorbereiding zijnde vergunningprocedures.

  1. Zijn er ook plannen op Rijksniveau om extern salderen ook vergunningplichtig te maken?

Extern salderen is al vergunningplichtig. De provinciale beleidsregels zijn in feite ook een instructie over hoe je extern salderen moet toepassen om zo een natuurvergunning te kunnen krijgen. Daarnaast is er wel sprake van mogelijk een vergunningplicht voor intern salderen. Intern salderen was vlak na het sneuvelen van de PAS als vergunningplichtig aangemerkt, maar daar heeft de Raad van State een streep door gezet (Logtsebaan-uitspraak in januari 2021). Sindsdien is intern salderen niet vergunningplichtig, maar de minister heeft in november aangekondigd dat ze in 2023 wil onderzoeken en beslissen of er niet toch een vergunningplicht voor intern salderen moet komen.

  1. Een grote organisatie kan wellicht extern salderen, maar hoe werkt dat voor woningeigenaren die bijvoorbeeld een huis willen (her)bouwen nabij N2000-gebied? Verloopt het salderen dan ook via de stikstofbank?

In dit soort ‘kleinere probleemgevallen’ is extern salderen ook mogelijk. Bijvoorbeeld dat de woningeigenaar een deel van de stikstofruimte van een nabijgelegen bedrijf uitkoopt. Financieel is dat echter niet altijd aantrekkelijk. Er wordt gewerkt aan landelijke stikstofbanken, zoals het SSRS voor woningbouwprojecten en een microdepositiebank voor heel kleine depositie-effecten. Maar dit is nog onvoldoende concreet (en juridisch hard) om er gebruik van te kunnen maken. Je zult voor bijvoorbeeld die woning niet zomaar aanspraak kunnen maken op een projectspecifieke bank (doelenbank) zoals we die voor Logistiek Park Moerdijk hebben. Ook al zit er stikstofruimte in de bank, in het instellingsbesluit is geregeld waarvoor die ruimte gebruikt mag worden – in het geval voor LPM voor de logistieke activiteiten op het terrein.

  1. Kan je inschatten of een uitzonderingsregel voor de uitvoering van specifieke projecten zoals aanleg van natuurgebieden kans van slagen heeft?

Er is geen algemene uitzonderingsregel. Wel geldt dat projecten die bedoeld zijn voor de aanleg (of onderhoud) van Natura 2000-gebieden zelf, geen natuurvergunning nodig hebben. Dat is in de Wet natuurbescherming geregeld. Projecten voor andere natuur (niet Natura 2000-gebieden) wordt op dezelfde manier getoetst als andere projecten (zoals woningbouw). Ik acht de kans op specifieke uitzonderingscategorieën, zoals voor ‘andere’ natuur (geen Natura 2000), zeer gering.

  1. Jullie melden in het begin dat wanneer er gebruik gemaakt wordt van een ecologisch voortoets het project Wnb-plichtig is. Maar klopt dit altijd? Volgens de vragenboom van bij12 is een voortoets (waar een ecologische beoordeling in kan zitten) niet Wnb-plichtig ook bij een kleine depositie. Alleen zeggen ze als er een ecologische beoordeling plaatsvindt, is deze wel Wnb-plichtig. Niet heel duidelijk.

De ecologisch-juridische achtergrond is dat je bij een voortoets moet kunnen uitsluiten dat er mogelijk significante negatieve ecologische effecten zijn. Kun je dit niet uitsluiten, dan heb je een natuurvergunning (en dus een Passende Beoordeling) nodig. Als AERIUS op 0 uitkomt, kun je stikstof-effecten al in de voortoets uitsluiten. Maar als AERIUS niet op 0 komt en je hebt een kleine depositie, dan zou je nog steeds in een voortoets kunnen concluderen dat dit geen significant negatief effect heeft. Er is echter geen duidelijk kader over wanneer dit het geval is. Dus zelfs het kleinste effect kan juridisch toch leiden tot een vergunningplicht.

  1. Moet een Aerius berekening worden gedaan ook in projecten die over het beheer en onderhoud gaan (vervangen asfalt, herstellen asfalt, aanbrengen markering, enz.)? Zo niet, geldt dit ook wanneer in het kader van het project omleidingen worden ingesteld langs Natura2000 gebieden?

Toetsing aan de Wet natuurbescherming moet eigenlijk altijd. Dit is onafhankelijk van andere procedures of vergunningen. Er wordt bij een omgevingsvergunning vaak om een AERIUS-onderbouwing gevraagd, dit is om te toetsen of aan die omgevingsvergunning misschien een natuurvergunning gekoppeld (aangehaakt) moet worden. Maar ook projecten die verder geen vergunning nodig hebben, zoals onderhoud aan wegen, moet je formeel toetsen op stikstofeffecten. In de praktijk gebeurt het niet vaak en het enige moment dat hier vervolgens iets mee gebeurt, is in een handhavingstraject.

Omleidingen kun je zeker gebruiken als intern salderen. Immers: door het onderhoud sluit je de weg af en zorgt de tijdelijke afname van auto’s over die weg ervoor dat er minder emissies (en dus minder deposities) plaats vinden. Je moet de omleidingsroute echter ook meenemen, want op die locatie gaan meer auto’s rijden.

  1. Hoe zit het als er een ruime NB-vergunning is bij de saldogever maar de aanwezige stal en stalinrichting is voor 15 jaar niet benut? Zijn de rechten te benutten?

Voor extern salderen is dit juridisch te benutten, omdat de beleidsregels van de provincies het alleen hebben over de juiste vergunning en de feitelijk gerealiseerde capaciteit (i.c. de stal incl. inrichting is aanwezig). Je gaat echter wel aan het salderen met stikstofemissies (en -deposities) die feitelijk al lange tijd niet meer aanwezig zijn. Dus men zal er snel(ler) iets van vinden, met risico’s in de beroepsfase. Ik merk dat vergunningverleners daardoor niet snel zonder meer zullen meewerken hieraan. Ik hou zelf in de regel aan dat zo’n stal maximaal 3 tot 5 jaar leeg mag staan.

  1. Lopen de intern-saldeerders niet dezelfde risico’s als de PAS-melders zo lang er geen vergunningplicht geldt?

PAS-melders hadden stikstofdepositie, maar dat ‘probleem was opgelost’ met de PAS. Nu zitten deze bedrijven met het feit dat zij daadwerkelijk stikstofdepositie veroorzaken (en dat mag niet), dus zijn ze feitelijk illegaal bezig. Bij intern salderen ligt dat net wat anders, want je hebt dan aangetoond dat je feitelijk geen netto toename in depositie veroorzaakt. Wel heb je met intern salderen te maken met ‘de regel van de dag’: als je nu een goede oplossing hebt, kan die morgen misschien achterhaald zijn door wijzigingen in regelgeving of bijv. in AERIUS. Op dat punt loop je met intern salderen wel een risico.

  1. Kun je iets zeggen over de houdbaarheid van de vuistregel van max. 0,1 mol gedurende de looptijd van een project (of equivalent: 0,05 gedurende 2 jaar) zoals die genoemd staat in de voortoets stikstof handreiking.

Deze vuistregel is bedacht voor inwerkingtreding van de bouwvrijstelling (dus voor juli 2021). Nu zou je deze wederom kunnen toepassen, maar er is geen juridische grondslag voor. Er zijn projecten tegengehouden die minder deposities veroorzaakten. En de vuistregel wordt niet zonder meer geaccepteerd door alle vergunningverleners.

  1. Kan je inschatten of een uitzonderingsregel voor de aanleg van maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water of waterveiligheid zoals de aanleg van gemalen kans van slagen hebben?

Zie ook vraag 8. Een generieke uitzonderingsregel voor bijv. de KRW of waterveiligheid zie ik dus niet snel tot stand komen. Wel zou een dergelijk project misschien iets meer kans van slagen hebben bij toepassing van een ADC-toets.

  1. Wat als er in een stikstofberekening gerekend wordt met elektrische werkbouwtuigen en dit t.z.t. in praktijk niet mogelijk is en er toch gebruik wordt gemaakt van diesel. Wie heeft er een probleem als hierachter gekomen wordt?

Dat probleem ligt bij de verantwoordelijke van het project: de initiatiefnemer. Als initiatiefnemer zou je een dergelijke verplichting en verantwoordelijkheid wel kunnen doorleggen aan de uitvoerder. Bijvoorbeeld door het elektrisch materieel voor te schrijven in de uitvraag. Als je toch diesel gebruikt, zul je eigenlijk moeten herberekenen welk gevolg dit heeft. De controle ligt formeel bij handhaving vanuit de provincies (als bevoegd gezag op natuur), soms nemen handhavers van de gemeente het ook mee. In de praktijk zie ik weinig handhaving, zeker bij kleinere projecten, op de uitgangspunten van de AERIUS-berekening.

  1. Is een positieve weigering van een NB-vergunning veilig om mee te salderen?

Een positieve weigering heeft niet per definitie dezelfde juridische rechten als een natuurvergunning. Hier is juridisch overigens geen absolute duidelijkheid over. Voor (extern) salderen heb je niet per definitie een natuurvergunning van een saldogever nodig; het kan ook met andere vergunningen en toestemmingen; zelfs het ontbreken van een toestemming als er geen toestemmingsbasis was. De verantwoording over de ruimte die je inzet, wordt dan wel uitgebreider uiteraard. Een positieve weigering zou je dus ook kunnen gebruiken hierin, maar is minder ‘hard’ dan een natuurvergunning.

  1. Denkend aan de achtergrondemissie door werktuigen gedurende de instelling van Natura 2000, is er in een voortoets ruimte om de vuistregel aan te houden zoals gedefinieerd door BIJ12 ten aanzien van depositie in realisatiefases?

Zie vraag 13. Daarnaast hebben achtergrondemissies door werktuigen in het algemeen geen rol in de afweging. Dit is mede waarom de bouwvrijstelling is gesneuveld: er vinden wel continu emissies plaats, maar niet altijd op dezelfde plek. Dus ook al is er continu sprake van een ‘depositiedeken’ uit de mobiele werktuigen door heel Nederland, projectspecifiek kan dit wel leiden tot hogere deposities.

Leer meer over stikstof

Wil jij jouw kennis over stikstof verder ontwikkelen? Meld je dan aan voor de Nationale Stikstof Bijeenkomst op 5 juni 2023! Hier werpen ministers, hoogleraren en beleidsmakers een blik op de toekomst van stikstof. Wil je concreet aan de slag met stikstof? Meld je dan aan voor de opleiding Vergunningverlening Wet Natuurbescherming en Stikstofdepositie of de cursus AERIUS berekeningen. Deze opleidingen zijn ook volledig op maat als Incompany-traject te volgen!

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

Nieuwe regels omtrent geluid binnen de Omgevingswet

De regels omtrent het beheersen van geluid zijn veranderd onder de nieuwe Omgevingswet. Het doel …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *