Differentiëren of niet differentiëren, wat is het verschil?

Differentiëren of niet differentiërenIn een context waar we te maken hebben met een groep leerlingen/studenten in een klas heb je te maken met verschillende achtergronden en mate van voorkennis. Door gedifferentieerd onderwijs aan te bieden sluit het lesmateriaal beter aan op deze individuele verschillen in de klas. Op het congres Toetsen en Examineren in het HO sprak Katrien Struyven (Vrije Universiteit Brussel) over gedifferentieerd onderwijs voor leerlingen/studenten in het onderwijs. Differentiatie is meer dan het toepassen van een werkvorm of een techniek, hier onder de verschillen in denkwijze en acties in de klas van docenten die differentiëren of niet differentiëren.

Twee verschillen tussen de gedachtes van docenten die wel of niet differentiëren binnen de klas:

  1. Groeigericht denken: iedereen kan leren, er is een verband tussen inspanning en leren. Het is mijn rol als docent om zoveel mogelijk studenten aan het denken/werken te krijgen. Zodra er inspanning is kan er geleerd worden.
  2. Als docent moet je continu beslissingen maken en vaak zijn onze curricula beladen, er zijn redelijk wat thema’s die we aan bod willen brengen terwijl de contacturen onder druk staan. Ethisch kompas bij docenten die meer differentiëren, ethische beslissingen worden veel meer door de student bepaald worden. Voorbeeld: 40% van de studenten heeft de doelstelling van de toets niet behaald, als er behoefte is aan feedback vanuit de student wordt hier tijd voor gemaakt.

Twee verschillen tussen de acties van docenten die wel of niet differentiëren binnen de klas:

  1. Het gebruik van meerdere werkvormen en flexibel groeperen; homogeen en heterogeen. Benut de kwaliteiten van de groep; elkaar bijvoorbeeld ondersteuning kunnen bieden. Als je homogeen gaat groeperen op status is het een uitdaging; positief werkt het voor degene met veel voorkennis, neutraal voor de middelmatige voorkennis; maar het kan negatief werken voor degene met weinig voorkennis. Het kan zeker aan te raden zijn maar met als voorwaarde dat de ondersteuning van de docent bij de groep die het moeilijk heeft is om het negatieve effect te compenseren. Vraag die je jezelf moet stellen in situaties als deze; hoe ga je om met vragen vanuit de andere twee groepen?
  2. Leerkrachten die vaak aan differentiatie doen zetten veel meer in op het principe van output is input, dat kan gaan over toetsing maar ook over observaties en vragen die gesteld worden aan studenten. Alle antwoorden die je krijgt (output) kan ook input zijn. Om te weten te komen of er ook daadwerkelijk geleerd is, is het belangrijk om te observeren, te vragen en op verschillende manieren te toetsen. De output is input kan hiervoor erg behulpzaam zijn.

Voorspellende factoren voor de docent die differentieert:

  • Groeimindset
  • Ethiek compas
  • Flexibele groepering
  • Output = input
  • Maximal learning

Vind de balans tussen Formatief Evalueren en Summatief Toetsen

Hoe krijg je de school in een onderwijsverandering mee die tegemoet komt aan een schoolsysteem wat past anno 2018? Vind met elkaar de kracht van de middenweg tijdens het congres Toetsen en Beoordelen in het VO op 15 mei 2018!

Tijdens het congres Toetsen en Beoordelen in het VO staan de volgende 3 thema’s centraal:
• Gepersonaliseerd onderwijs
• Formatief evalueren
• Balans formatief & summatief

Lees meer over het congres

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

Hoe draagt AI bij aan het leren van studenten én docenten?

Waarom verwachten we dat studenten zelf in staat zijn om leren te reguleren, terwijl we …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *