Uitdagingen in het ruimtelijk beleid

De Rijksoverheid richt zich in het ruimtelijk beleid op nationale belangen, waaronder bereikbaarheid verbeteren. De focus ligt op aanleg en onderhoud van wegen, gebruik van bestaande infrastructuur en onderzoek naar nieuwe technologieën om sneller van A naar B te reizen. Ondanks onderzoek zijn nog veel banen en basisvoorzieningen niet voor iedereen bereikbaar. Jeroen Bastiaanssen, Onderzoeker Verstedelijking & Mobiliteit bij PBL, legt uit hoe dit komt en hoe dit in de toekomst kan veranderen.

De huidige focus in het ruimtelijk beleid

Een van de belangrijkste doelstellingen van het vervoersbeleid is de toegang van mensen tot banen, voorzieningen en sociale contacten faciliteren. Het vervoersbeleid richt zich in de praktijk echter vooral op het functioneren van het vervoersysteem. Hierbij is te weinig aandacht voor de bereikbaarheid van bestemmingen en activiteiten voor verschillende groepen mensen.

Bereikbaarheid in de praktijk

Jeroen Bastiaanssen rapporteerde met zijn collega Marnix Breedijk over nieuwe bereikbaarheidsindicatoren. Deze geven op buurtniveau inzicht in de toegang tot banen, gezondheidszorg, onderwijs, winkels en groen met verschillende vervoerswijzen en op verschillende momenten van de dag en week. De resultaten van de bereikbaarheidsanalyse tonen aan dat er aanzienlijk verschillen zijn in bereikbaarheid tussen de diverse vervoerswijzen.

Wat zijn de verschillen?

Mensen met toegang tot een auto hebben veruit de hoogste bereikbaarheid van voorzieningen en banen. Het openbaar vervoer biedt daarentegen aanzienlijk minder bereikbaarheid, vooral in landelijke gebieden, stadsranden of suburbane kernen. De bereikbaarheid van het openbaar vervoer neemt nog verder af in de daluren, vanwege de lagere vervoersfrequenties. De fiets draagt bij aan bereikbaarheid, maar in landelijke gebieden, dorpen en suburbane kernen is de fietsbereikbaarheid van (bovenlokale) voorzieningen en banen beperkt.

Concrete voorbeelden

30% van de ouderen kan met openbaar vervoer geen enkel ziekenhuis bereiken binnen een halfuur, 12% zelfs niet binnen 45 minuten reistijd. Hetzelfde geldt voor het voortgezet onderwijs, waar 17% van de jongeren geen enkele havo of vwo-school binnen een halfuur fietsen kan bereiken. Dit ligt op ongeveer 10% bij vmbo-scholen. De verschillen zijn groot, ondanks dat men al denkt dat we een 15-minuten stad zijn en overal prima kunnen komen”, aldus Jeroen Bastiaanssen.

Bereikbaarheid als basisrecht

Om deze problematiek aan te pakken heeft staatssecretaris Vivianne Heijnen vorige maand bepleit dat bereikbaarheid een basisrecht is”, aldus Jeroen. Dat basisrecht wil Heijnen vastleggen in de nieuwe mobiliteitsvisie, maar wat houdt dit recht precies in? Hiervoor moeten enkele vragen beantwoord worden over focuspunten binnen het ruimtelijk beleid:

  • Hoe verdeel je de bereikbaarheid?
  • Kunnen bepaalde mensen niet bij een basisvoorziening komen?
  • Wat is een acceptabele reistijd?

Een breed welvaartperspectief

Naast de mobiliteitsvisie is er een notitie uitgebracht over brede welvaart en mobiliteit. “Het concept van brede welvaart krijgt binnen en buiten Nederland steeds meer aandacht. Brede welvaart gaat over alles wat van invloed is op het welzijn van mensen, in brede zin”, aldus Jeroen. In deze notitie verkent het PBL de betekenis van mobiliteit en het mobiliteitsbeleid vanuit een breed welvaartperspectief. Het perspectief van brede welvaart betekent onder andere:

  • Een breder scala aan aspecten meewegen;
  • De mate waarin mensen daadwerkelijk gebruik kunnen maken van het vervoersaanbod meewegen;
  • De verdeling van positieve en negatieve effecten van mobiliteit over verschillende groepen mensen bekijken;
  • De afweging tussen conflicterende belangen of behoeftes maken, inclusief helderheid over de gehanteerde principes.

De oplossing

Jeroen zegt dat er in het ruimtelijk beleid nog te veel focus ligt op het oplossen van files. Het doel van het vervoerssysteem moet juist zijn om mensen hun sociale contacten, banen en basisvoorzieningen bereikbaar te maken. Als dit het uitgangspunt is, kunnen we meten of deze bestemmingen daadwerkelijk bereikbaar zijn. Daarnaast kunnen we antwoord geven op belangrijke vragen als:

  • Zijn de afstanden/reistijden acceptabel?
  • Zijn de reiskosten acceptabel?
  • Welke balans tussen reistijd, -afstand en -kosten zijn acceptabel?

Een andere blik op ruimtelijk beleid

We moeten op een andere manier kijken naar ruimtelijk- en vervoersbeleid, bijvoorbeeld bij de aanleg van woonwijken en bedrijventerreinen of verplaatsing van ziekhuizen en onderwijsinstellingen. Centraal moet de bereikbaarheid hiervan voor verschillende groepen staan, juist ook met OV en fiets. Een andere blik zorgt dat er niet te makkelijk beslissingen worden genomen en dat er andere locatiekeuzes worden gemaakt”, aldus Jeroen.

Bezoek hét congres over mobiliteit!

Wil jij meer horen van Jeroen en vele andere experts op het gebied van mobiliteit? Bezoek dan het Mobility Congres 2023 van SBO. Dit is dé ontmoetingsplek voor alle stakeholders betrokken bij de transformatie van mobiliteitsconcepten. Tijdens deze dag komt de hele mobiliteitssector bijeen om ideeën, kennis en ervaringen uit te wisselen en concrete oplossingen te creëren voor de toekomst van onze steden en dorpen.

 

Over sbo

Het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid (SBO) organiseert jaarlijks zo’n 200 opleidingen en congressen over o.a. onderwijs, veiligheid, milieu & RO, zorg, bouw & infra en overheid.

Bekijk ook

Inwerkingtreding van de Omgevingswet: waren we er al klaar voor?

De inwerkingtreding van de Omgevingswet is op 1 januari 2024 voltrokken. Het combineert 26 wetten …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *