Gemeentelijke nazorg ex-gedetineerden moet slimmer worden georganiseerd

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de nazorg van ex-gedetineerden. Het hele proces is gecompliceerd. Dat komt omdat de nazorg uit zeer veel elementen bestaat. De zorg strekt zich uit over meerdere leefgebieden. Veel verschillende partners moeten gelijktijdig zeer uiteenlopende prestaties leveren. Overheden, Semioverheden en commerciële partners rollen over elkaar heen om de gevraagde prestaties tijdig te leveren. Een bijkomende, complexiteit verhogende, factor ligt besloten in de opstelling van de personen binnen de doelgroep. Simpel gezegd “Werkt de ex-gedetineerde volledig mee of niet”.

Luc Hoogstraten, adviseur bij C3 Group, docent op de opleiding coördinator nazorg ex-gedetineerden en voormalig beleidsmedewerker operationeel veiligheidsbeleid bij gemeente IJsselstein, begeleidt organisaties bij het succesvol samenwerken in informatiesystemen en complexe omgevingen.

Nazorg ex-gedetineerden uitbesteden of juist niet

Een complex proces dat gemeenten graag uitbesteden aan een Regionaal Coördinatiecentrum Nazorg (RCN). De vraag die gesteld kan worden is: “kan zo’n regionaal orgaan de kwaliteit leveren die nodig is om de nazorg optimaal in te vullen”? Of is er slechts sprake van een toewijzingsorganisatie die de ex-delinquent min of meer bewegwijzert naar de diverse hulpverlenende instanties. Verder moet de ex-gedetineerde het zelf in gaan vullen. Vaak blijkt er inderdaad sprake te zijn van een doorverwijsloket waarmee de delinquent het moet doen. Noem het het geven van minimale nazorg. Een tweede vraag die gesteld kan worden is: “Heeft de gemeente nu nog wel inzicht en regie op de afhandeling van de casus”? Wat is het eindresultaat van al deze doorverwijzingen? Antwoorden op die vragen zullen niet altijd bevredigend zijn. Het aantal in korte tijd terugkerende recidivisten is een “negatieve indicatie” en een ontwikkeling die de gemeente juist niet wenst.

Bepalende succesfactoren

Bij de invulling van de nazorg voor ex-gedetineerden zijn een aantal factoren bepalend voor het succes. Dat zijn politieke- bestuurlijke- en beleidsfactoren. Het gaat primair om de politieke wil om deze gemeentelijke taak op een zo goed mogelijke manier in te vullen. Als gemeente kan je voor een 10 gaan of voor een 6. En soms wordt er serieus op een 6 gemikt maar wordt het uiteindelijk een 4. Het gaat om de inzet van goed personeel met visie, focus en overredingskracht. Maar het gaat ook om gelabeld budget voor deze vorm van nazorg en een concreet uitvoeringsbeleid dat een goede uitvoering van de nazorg mogelijk en succesvol kan maken. In en uitstroomcijfers in DPAN zijn samen met recidivecijfers indicaties of de inspanningen van de gemeente en de samenwerkende partners lonen.

Als gemeente de centrale regie pakken

De vraag is dus of je als gemeente deze taak het beste zelf optimaal in wilt vullen of dat je deze taak weg zet bij een organisatie zoals bijvoorbeeld een RCN. Als je het als gemeente zelf doet, moet je een eigen nazorg beleid ontwikkelen en het zorgniveau vooraf definiëren. Met andere woorden; hoe ver ga je in de begeleiding van de ex-gedetineerde naar een betere toekomst. Ben je je als gemeente bewust van het ingewikkelde werkproces dat je uit gaat voeren. Als gemeente moet je dan de centrale regie pakken op het hele proces. Dat vereist goede regisseurs, goed samenwerkende partners, voldoende budget, overredingskracht en doorzettingsvermogen om de ex-gedetineerden voor 100% mee te krijgen bij de uitvoering van het plan van aanpak. Een voordeel van de gemeentelijke aanpak is dat er meer bewegingsvrijheid is bij de uitvoering.

Starheid bij uitbesteding

Bij uitbesteding wordt het zorgniveau en het beschikbare budget vooraf bepaald. Dat kan het gemiddelde zorgniveau zijn van het RCN dat voor alle deelnemende gemeenten het zelfde is of de gemeente geeft een gewenst niveau aan en geeft daar ook geld bij om dat niveau te kunnen halen. De gemeente staat dan wel vervaf van de uitvoering van de nazorg, met alle risico’s van dien.

Volledige regie over de nazorg ex-gedetineerden

De C3Group onderkent de complexiteit van het werkproces en de aanwezige afbreuk risico’s. Het hele werkproces is door de C3Group uitgewerkt in een speciale applicatie bestaande uit een methode die ondersteund wordt door slimme software. Het proces start bij een bezoek van de regisseur nazorg ex-gedetineerden aan de ex-gedetineerde in de penitiaire inrichting waar naar de wensen van de betrokkene wordt gevraagd en afspraken worden gemaakt over het verdere nazorgtraject, de planning van het eerste gesprek na de vrijlating, de problemen op de leefgebieden. etc. Vervolgens worden in een centraal afstemmingsoverleg de prestaties bepaald die door de sociale en veiligheidspartners voor de specifieke nazorg zullen worden geleverd. Tevens wordt de doorlooptijd van het project bepaald.

Gebruik van de applicatie nazorg ex-gedetineerden

Vanuit de applicatie nazorg ex-gedetineerden wordt het hele proces, de gemaakte afspraken, uitgevoerde acties en de gedragingen van de ex-gedetineerde gemonitord. Waar nodig wordt bijgestuurd of wordt een overleg van de ex-gedetineerde met de hulpverlenende organisaties belegd. Plannen van aanpak kunnen dan aan de veranderende situatie worden aangepast. Uiteindelijk zal de multidisciplinaire nazorg voor de ex-gedetineerde tot het gewenste succes leiden.

Meer weten?

Over Frank van Summeren

Congres- en opleidingsmanager veiligheid bij het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid.

Bekijk ook

Congresverslag Jonge Aanwas uit de criminaliteit – 21 maart 2024

Op 21 maart 2024 vond de 2e editie van het congres Jonge aanwas uit de criminaliteit plaats …

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *