Een wijk is niet van één partij, maar van iedereen die er woont, werkt of onderneemt. Toch schuurt het vaak in de praktijk: ambities botsen, belangen lopen uiteen en betrokkenen spreken niet altijd dezelfde taal. Hoe breng je dan toch beweging in complexe gebiedsopgaven? John Bardoel, senior adviseur ruimtelijke economie en gebiedsontwikkeling bij adviesbureau Ginder, vertelt hoe een gebiedsregisseur hierin verschil maakt: “Wij zeggen weleens: het gebied is onze opdrachtgever”.
Wat speelt er allemaal in een gebied?
Een gebiedsregisseur begint niet met een plan, maar met een analyse. Die analyse is meerlagig: “Je kijkt naar hoe een gebied is ontstaan, welke dynamiek er speelt, maar ook wat de constante factoren zijn. Sommige infrastructuur of gebouwen zijn zó karakteristiek dat ze onderdeel zijn van de identiteit van een plek”, legt John uit. Daarbij zijn cijfers belangrijk – maar nooit genoeg. “Data en mensen zijn sleutelwoorden. Je moet niet alleen over bewoners praten, maar mét bewoners. Hetzelfde geldt voor ondernemers, vastgoedeigenaren en andere actoren”. Een dashboard of beleidsnota zegt veel, “maar zonder het gesprek met het gebied zelf heb je maar de helft van het verhaal. Het zijn ten slotte mensen die een wijk maken, niet stenen…”.
Uiteenlopende belangen in een gebied
In elk gebied spelen diverse opgaven: wonen, klimaatverandering, energietransitie, mobiliteit, sociale cohesie en economische vitaliteit. En die komen lang niet altijd uit één koker. “Voor een overheid is leefbaarheid misschien het uitgangspunt, voor een ondernemer draait het om bestaanszekerheid op korte termijn. Een bewoner wil boodschappen kunnen doen én prettig wonen – nu en straks”. De uitdaging? Al die ambities in samenhang bezien. “De overheid heeft veel op papier staan, dat helpt. Maar het blijft een kunst om die ambities integraal te formuleren, en ze vervolgens op elkaar uit te lijnen. Je moet naar het geheel durven kijken”.
Belangen afwegen
Stakeholders in een gebied verschillen niet alleen in belangen, maar ook in macht en invloed. Hoe ga je daar als regisseur mee om? “Het begint met het besef dat belangen botsen – en dat dat oké is. Het maakt het juist interessant. Je moet die spanning niet uit de weg gaan, maar adresseren”. Prioriteren is daarbij onvermijdelijk. “Je kunt niet alles tegelijk doen. Maar als je werkt vanuit een gedeelde ambitie – een toekomstbeeld waar iedereen zich in kan vinden – dan heb je iets om op te sturen”. De rol van de overheid is daarin essentieel: “Vanuit het algemeen belang moet je keuzes maken. Maar doe dat in samenspraak met het gebied. Je hoeft niet iedereen tevreden te houden, maar als mensen begrijpen waarom een keuze gemaakt is, is er vaak wél draagvlak”.

Van project naar programma
Lang niet elke opgave leent zich voor een projectmatige aanpak. “Veel gebiedsvraagstukken zijn complex en iteratief. Die laten zich niet in een strak projectjasje duwen. Dan heb je programmatisch werken nodig – met ruimte voor experiment en voortschrijdend inzicht”. Daarvoor is het volgens John belangrijk dat de gebiedsregisseur de verschillen begrijpt: “Tussen projecten, programma’s, processen – en tussen sturen, regisseren en faciliteren”. Die rol wissel je afhankelijk van wat een gebied nodig heeft. “Soms moet je duwen, soms juist ruimte geven. Dat hangt af van de zelfredzaamheid en de potentie van een gebied”.
Denkramen, tools en communicatie
Een regisseur werkt met denkramen. “Zonder structuur kun je geen richting geven. Denk aan modellen voor actorenanalyse, waarin je kijkt wie invloed, macht of draagvlak heeft”. Maar minstens zo belangrijk is de manier van communiceren. “Een wethouder wil een beleidsdoel, een bewoner wil weten: wat betekent dit voor mij? Je moet dus schakelen in taal, toon en timing”. Ook monitoring hoort daarbij. “Als je doelen stelt, moet je kunnen meten of je de goede kant op beweegt. En als het tegenzit, moet je bij kunnen sturen – zonder je ambitie los te laten”.
Regie in een gebied is omgaan met complexiteit
Volgens John is de relevantie van deze rol groter dan ooit. “De strijd om middelen en ruimte neemt toe. De woningbouwopgave vraagt niet alleen om huizen, maar ook om werkgelegenheid, voorzieningen, mobiliteit en energie”. Tegelijkertijd is het vertrouwen in de overheid afgenomen. “Dat maakt de rol van de gebiedsregisseur er niet makkelijker op, maar ook belangrijker”. Daarom is het belangrijk dat gebiedsregisseurs elkaar blijven opzoeken. “Er is geen blauwdruk. Je moet leren van casussen, reflecteren op je stijl en uitwisselen met anderen. Want uiteindelijk draait het om omgaan met complexiteit – en dat leer je niet uit een boek”.

Breng tegenstrijdige belangen samen
Ben jij betrokken bij gebiedsontwikkeling en wil je belangen bij elkaar brengen om zodoende alle stakeholders in beweging te krijgen? Meld je dan aan voor de cursus Gebiedsregisseur van SBO! Je leert hoe je complexe opgaven in kaart brengt, stakeholders effectief betrekt en werkt met programma’s, projecten en processen. Niet op basis van theorie alleen, maar vooral vanuit casussen, intervisie en praktijkgerichte denkramen. “We gaan geen beleidsmatige training geven, maar juist een waarin je je eigen rol leert begrijpen in de dynamiek van een gebied. Wat je regisseert, faciliteert of loslaat – dát maakt het verschil”, sluit John af. Wil je meer weten over het programma? Vraag dan de brochure aan. De cursus is ook volledig op maat te volgen als Incompany-traject.